(mdfhmut-emwmücli nhuu/3 Vorige maal wezen wij erop, dat de euromarkt-landen volgens het verdrag van Rome per i januari 1959 bepaalde maatregelen zouden moeten treffen ten aanzien van de invoer uit de partner- landen. Deze maatregelen zouden moeten liggen op het terrein van de onderlinge invoerrechten (n.1. verlaging met 10%) en van de on derlinge invoercontingenten. Met name hetgeen ten aanzien van de invoercontingenten zou dienen te geschieden (omzetting van bilate rale in globale contingenten verruiming d.w.z. vergroting) zou voor de Nederlandse land- en tuinbouw van grote betekenis zijn. We hadden gehoopt in dit nummer een overzicht te kunnen ge ven van de belangrijkste maatregelen, door de E.E.G.-landen ge troffen, en de belangrijkste consequenties hiervan voor onze land en tuinbouw te kunnen aangeven. Maar men is op 1 januari j.1. niet met de nodige voorbereidingen gereed gekomen en nu medio januari is nog niets officieels bekend. Wel doen allerlei berichten en geruchten de ronde en men moet er op rekenen, dat ten aanzien van diverse agrarische produkten spoedig tussen de euromarkt- landen onderling een wat vrijere handel en een scherpere concur rentie zullen komen. De Nederlandse land- en tuinbouw zal dan eni ge ruimere kansen en mogelijkheden krijgen op de markten van de andere E.E.G.-landen, maar daar vaak ook ervaren, dat ook de overige exporterende euromarkt-landen van die nieuwe kansen ge bruik willen maken. Bovendien zal in menig geval blijken, dat ook op de Nederlandse markt de concurrentie van de andere E.E.G.- landen sterker zal worden. Men moet hierbij in het oog houden, dat de E.E.G.-landen voor vele agrarische produkten nagenoeg evenveel voortbrengen als zij voor de eigen voorziening nodig hebben. Wanneer we tegenover elkaar stellen de eigen produktie en de totale consumptie in de E.E.G.-landen, blijkt, dat de graad van zelfvoorziening van de ver schillende produkten ongeveer als volgt is (op basis van 1953/54 tot en met 1955/56): granen: 85% vlees: ioo°/o aardappelen: ruim 100% eieren: 95% suiker: ioo°/o kaas: 100% groenten: 100% boter: ruim ioo%> fruit: 85-90%)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 13