DE NA JAARS CURSUS 1958
De najaarscursus 1958 behoort weer tot het verleden. In 28 krin
gen zijn beheerders en kassiers der boerenleenbanken wederom bij
een geweest om met de leden van de directie en van de buitendienst
van de Inspectie der Centrale Bank van gedachten te wisselen over
actuele beleids- en beheersvraagstukken betreffende het boerenleen
bankwezen.
De bijeenkomsten waren druk bezocht. Practisch geen enkele boe
renleenbank liet verstek gaan. Van vele boerenleenbanken waren de
voltallige colleges van Bestuur en van Raad van Toezicht aanwezig.
Het waren ook zeer geanimeerde bijeenkomsten, waarin dikwijls
een buitengewoon levendige gedachtenwisseling plaats vond.
In deze najaarscursus werd allereerst de gang van zaken bij de
plaatselijke boerenleenbanken in het jaar 1958 behandeld. Daarbij
kon een bevredigende ontwikkeling worden geconstateerd van alle
activiteiten, die in het moderne boerenleenbankwezen aan de orde
komen. Wat de aan de boerenleenbanken verbonden stichtingen
„spaarbank" betreft, werd voor de eerste 10 maanden van het jaar
geregistreerd een spaarsaldo van ƒ121 millioen te vergelijken met
een spaarsaldo van 85 millioen in de overeenkomstige maanden
van het vorige jaar. Dit spaarsaldo beliep bij de boerenleenbanken
van Eindhoven 12^% van het spaartegoed per ultimo december
1957 te vergelijken met 10,9% bij de boerenleenbanken aangesloten
bij de Centrale Raiffeisen-Bank van Utrecht, 5,5% bij de Rijks
postspaarbank en 5,2% bij de Algemene Spaarbanken aangesloten
bij de Spaarbankbond.
De omzetten in lopende rekening waren voor de eerste 9 maan
den van het jaar 12,5% hoger dan in de overeenkomstige maanden
van het vorige jaar.
De door aangesloten boerenleenbanken nieuw verstrekte voor
schotten beliepen in de eerste 9 maanden van dit jaar 77,8 mil
lioen te vergelijken met 61 millioen in de eerste 9 maanden van
1957-
Wat betreft de crediet- en voorschotverlening bij de boerenleen-