DE ECONOMISCHE BETEKENIS
YAN DE LEVENSVERZEKERING')
door Dr. H. W. J. BOSMAN
Als nen moet spreken over de economische betekenis van de le
vensverzekering en men is als economist gewend enigszins in ma
cro-economische termen te denken, dan heeft men de neiging om
de levensverzekeringmaatschappijen in de eerste plaats te zien als
de instellingen, die van grote betekenis zijn voor het verzamelen en
doorgc ven van spaargelden. Men kan deze betekenis statisch bezien
en berdtenen welk aandeel van het nationale vermogen wordt aan
gehouden in de vorm van een vordering op een levensverzekering
maatschappij, welke vordering wij technisch als de premiereserve
aandu den. Dit aandeel zou men voor de laatste jaren op ongeveer
5% kunnen stellen tegenover ongeveer 4°/o gedurende de laatste
jaren -oor de oorlog.
Aangezien echter de berekening van het nationale vermogen niet
regelmatig plaats vindt en bovendien een statistiek over een be
paalde periode, een dynamische statistiek dus, sprekender is, heb ik
iets uitvoeriger nagegaan hoe groot de betekenis is van het sparen
via dt levensverzekering gedurende enkele perioden na de eerste
wereldoorlog. De levensverzekering kan men beschouwen als een
instituut via hetwelk spontane besparingen tot stand komen in te
genstelling tot de pensioenfondsen en de fondsen van de sociale ver-
zekeri ïg, waar de besparingen in meerdere mate een semi-gedwon-
gen k: rakter dragen. Ik zeg „in meerdere mate", omdat ook bij de
levensverzekering een deel van het verzekerd bedrag uit collectieve
verzei eringen stamt en dus het volkomen vrijwillige karakter mist.
Intussen bedroeg dit deel per uit. 1956 ongeveer 1/3 van het totale
verzei erde bedrag 2) zodat het grootste deel van de besparingen
via de levensverzekering wel als spontaan kan worden beschouwd.
Ren spaarvorm, die dit spontane karakter geheel en al draagt is het
spaartegoed bij een spaarbank of boerenleenbank, zodat ik daarme
de eer vergelijking heb getroffen.
V jordracht gehouden bij de viering van het 40-jarig bestaan van de Boe
ren en Tuinders Levensverzekering N.V. op 30 oktober 1958.
1) Z e „Zeker is zeker" Uitg. Voorlichtingscommissie Levensverzekering-
bedrijf, 2e druk, Utrecht 1957, blz. 61.
2) Z e verslag Verzekeringskamer over 1956, blz. 10 par. 3.