2009
c~liitbr zid'mg van Aet inépectiekorpó
Het is duidelijk, dat de uitbreiding van de taak van de inspectie
dienst slechts kan worden verwezenlijkt door uitbreiding van het
aantal functionnarissen. Deze uitbreiding vindt steeds van onderaf
plaats, teneinde te waarborgen, dat alleen ervaren en deskundige
krachten benoemd worden tot adjunct-inspecteur of inspecteur.
Verschillende assistenten zijn ook in de laatste tijd aangetrokken.
Daarnaast hebben met ingang van i januari 1959 wederom enkele
bevorderingen in de inspectiedienst plaats gevonden.
Tot inspecteur werden benoemd de Heren F. M. Joosten, Drs.
J. B. Beekman en Drs. A. J. Bierings.
Tot adjunct-inspecteur werden benoemd de lieren N. T. Groe-
neste> n en H. N. van Vlerken.
All< genoemde functionarissen wensen wij van harte geluk met
hun b moeming. Daarbij spreken wij de verwachting uit, dat zij nog
lange jaren in het boerenleenbankwezen werkzaam mogen zijn tot
eigen voldoening en tot voldoening van de Centrale Bank en de
aange iloten boerenleenbanken.
Tenslotte laten wij volledigheidshalve volgen een overzicht van
de functionarissen van de verschillende districtsinspecties en van de
Centrile Inspectie.
Hooft l-Inspectie:
Jah. Erkelens Hoofdinspecteur
Drs. G. A. A. van der Linden Hoofdinspecteur
Centrile Inspectie:
IA. A. v. d. Weijst
J. Elfering
C i. J. Vroom
J. W. Smetsers
A. H. Becnen
IJ. Veldman
II. Janssen op de Haar
J. J. M. van Rulo
Inspecteur
Inspecteur
Inspecteur
Adjunct-inspecteur
Adjunct-inspecteur
Adjunct-inspecteur
Adjunct-inspecteur
Assistent