1943 Verdeling van de voorschotten en credieten uitstaande bij boeren leenbanken van de groep Eindhoven per 31 december 1957 Totaal Land- ei tuinbouw Personer 240.466.973 54,6 Verenigingen 47.316.073 10,7 287.783.046 65,3 Buiten L and- en tuinbouw Personer n 1.266.425 25,2 Verenigingen 15.268.261 3,5 Openbare lichamen 26.545.243 6,0 I53*°79-929 34-7 Totaal generaal 440.862.975 100 Blijkt uit deze verdeelstaat, dat van de bij boerenleenbanken uit staande credieten en voorschotten 65% betrekking heeft op de agrarische sector, anders ligt dit bij de Centrale Bank. Aangenomen mag wo -den, dat bij de Centrale Bank een derde van de uitstaande credieten en voorschotten betrekking heeft op agrarische coöpera ties en twee derde op leningen aan publiekrechtelijke en semi pu bliekrechtelijke lichamen, waaronder de financiering van de wo ningbouw een grote plaats inneemt. Daarnaast beschikt de Centrale Bank neg over een flink bedrag aan liquiditeiten in verschillende vormen, zoals kasgelden bij banken, schatkistpapier, kasgeldlenin gen en ter beurze verhandelbare effecten in hoofdzaak van pu bliekrechtelijke lichamen. Het betalingsverkeer De ortwikkeling in de afgelopen periode van 10 jaren heeft zich niet beperkt tot de spaarbeweging en de crediet- en voorschotverle ning-Daarnaast is ook de dienstverlening door de boerenleenbanken van steeds meer toenemende betekenis geworden. Dit geldt met na me de dienstverlening in het z.g. betalingsverkeer. Mocht hiervoor worden vastgesteld, dat de welvaartsvermeerdering ten plattelande de boer mleenbanken de wind in de zeilen heeft gegeven, omge keerd is het ook zo geweest, dat de boerenleenbanken op financieel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 9