ï94i
De herkomst der spaargelden per 31 december 1937 x 1.000
Wij hebben reden aan te nemen, dat deze verhoudingscijfers bij
de zusterorganisatie van Utrecht niet veel anders liggen. Hieruit
mag worden geconcludeerd, dat de spaargelden bij de boerenleen
banken ïauwelijks voor de helft uit de agrarische sector stammen
en dat derhalve veel meer de economische ontwikkeling van het
plattelard in 't algemeen, samenhangend met de verbreking van
het isolement van het platteland en de voortschrijdende industriali
satie ten plattelande, haar stempel op de ontwikkeling van de spaar-
beweging bij de boerenleenbanken hebben gedrukt dan wel de be-
drijfsres iltaten in land- en tuinbouw. Uiteraard is op deze ontwik
keling ook van grote invloed geweest de krachtige aanpassing van
de boerenleenbanken aan de nieuwe tijd. Kantoorgebouwen, be
drijfsinrichting, bedrijfsadministratie en werkmethoden, dat alles
is in dit: tienjarige periode bij het boerenleenbankwezen grondig
op de h dling gekomen en klaarblijkelijk met goed resultaat.
De crediet- en voorschotverlening
De boerenleenbanken zouden haar naam niet waard zijn, indien
ook de :rediet- en voorschotverlening met deze ontwikkeling geen
gelijke ired zou hebben gehouden.
Wat le voorschotverlening betreft, blijkt zulks uit het navolgen
de staat e:
Voorschotverlening der locale banken
(in mill. guldens en °/o van toevertrouwde gelden)
Land- en Tuinbouwers
Middenklasse
Arbeiders
Ondernemers
Zelfstandige beroepen
Verenigingen etc.
Diversen
saldo °/o
510.582,0 52,9
82.680,5 8,5
148.754,2 ij,4
106.758,5 11,0
14.100.7 1,5
41.162.8 4,3
63.365,8 6,4
Totaal 967.404,5 ioo°/o
C.C.R.B. In van de
bedrag toevertr.
middelen
C.C.B. In van de C.C.R.B.
bedrag toevertr. C.C.B.
middelen bedrag
31 dec. 1948 123 11,1%
30 sept 1958 7J7 34,7%
33 5,8% 156
399 3i.9°/o 1156