I992 Deelnemers aan een spaarregeling komen voor toekenning van spaarpremie in aanmerking, voor zover het betreft spaarbedragen, die per jaar niet meer belopen dan 5% van de wedde in de zin van het Bezoldigings-besluit. Als absoluut-maximum mag per jaar een bedrag van 585,— worden gespaard en gepremieerd. De spaar premie bedraagt voor hen, die een jaarwedde van ten hoogste 7.000,— genieten: 25% van het spaarbedrag. Voor degenen, die een hogere wedde genieten, bedraagt de spaarpremie: 15% van het spaarbedrag. De spaarpremie mag echter niet meer dan 87,75 Per jaar bedragen. Vervolgens worden diverse bestedingsobjecten genoemd (aan koop of bouw van een woning, huwelijksuitzet, premies ten behoe ve van kapitaal- en lijfrenteverzekering, studiekosten etc.), voor het bekostigen waarvan de spaarpremies zullen worden uitgekeerd. Eveneens zal premie worden uitgekeerd over spaarbedragen, die gedurende vijf jaren onafgebroken op de betrokken spaarrekening hebben uitgestaan. Zoals gezegd, zijn dit nog slechts de door de Minister gepubli ceerde richtlijnen. Het wachten is dus op nadere bekendmakingen van de Overheid. Intussen is het gewenst, dat wij niet wachten op een in deze door de provinciale- en gemeentebesturen te nemen besluiten, maar on zerzijds initiatief tonen. Op welke wijze dit zal moeten geschieden, zullen wij in een afzonderlijke circulaire behandelen. Wel is het gewenst reeds thans erop te wijzen, dat enkele Ge meente-besturen al tot invoering van een premie-spaarregeling heb ben besloten, terwijl ons bekend is, dat bij enkele andere Gemeen te-besturen ernstige plannen bestaan dit op korte termijn te doen. Voor zover U een dergelijk initiatief ter ore mocht komen, verzoe ken wij U ons daarvan met spoed in kennis te stellen. Dit is vooral van belang met het oog op een uniformiteit van de desbetreffende spaarreglementen en met het oog op de inrichting van de admini stratie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 58