1979 een was het daarmee eens: de prijsbeheersing moest blijven. Maar moest de wet weer voor een bepaalde tijdsduur gelden of voor on beperkte tijd gelden? Om een lang verhaal kort te maken: de Tweede Kamer sprak zich, docr het amendement-Biewenga aan te nemen, ervoor uit, dat de wet s echts tot i januari 1963 zou gelden. De Ministers Vonde ling en amkalden was dit helemaal niet naar de zin. De P.v.d.A. was van mening, dat deze tijdelijkheid in tegenspraak was met het regering; program: nu achtten zij zich ook niet meer aan dit pro gram ge jonden. De andere partijen, zoals de K.V.P., namen deze verklarir g van de P.v.d.A. laconiek op: het huidige kabinet is een zgn. extj a-parlementair kabinet, waartegenover het Parlement vrij staat, 00 met betrekking tot de punten van het regeringsprogram. De uil barsting van P.v.d.A.-zijde was reeds „voorbereid" door dat een 1 mendement van de heer Engelbertink door de Kamer was aanvaarcDit had betrekking op de zgn. speciale landbouwkundige toetsing van koopovereenkomsten; toetsing van overeenkomsten, welke gionden betreffen in een nieuwe IJsselmeerpolder of in een ruil- of herverkavelingsgebied. De regering had deze toetsing voor gesteld m te bereiken dat de gunstige landbouwstructuur in deze gebieder (qua verkaveling, bedrijfsgrootte, enz.) weer niet teloor zou gaa i door koop en verkoop. Ook en daarover ging het amender ïent-Engelbertink koop en verkoop aan naaste familie leden zou volgens de regering aan de speciale toetsing onderwor pen mot ten zijn. Maar dat gaat nu niet door; de Kamer verwierp het desbetref fende voDrstel met 60 tegen 52 stemmen. Het voornaamste bezwaar was, dat als men eigendomsoverdrachten door middel van verkoop aan familieleden aan beperkende bepalingen bindt men in feite vooruitl jopt op de regeling van eigendomsoverdrachten door mid del van erflating en boedelscheiding. De Ministers Vondeling en Samkalden en de P.v.d.A. willen ook landbouwkundige toetsing van deze laa :ste eigendomsoverdrachten, maar de meeste andere partij en voelt n hiervoor niets. De overheid zou dan veel te sterk en te diep ingrijpen in de persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van de jetrokkenen (om van de vele grote moeilijkheden, welke zich daarbij zouden voordoen, maar te zwijgen). Het voorkeursrecht van de zittende pachter bij verkoop van de boerder j of grond, welke door hem gepacht wordt, blijft en is enigszins uitgebreid. Tot nu toe kon hij zijn voorkeursrecht alleen uitoefenen, als hij bereid was voor de boerderij of de grond de prijs

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 45