I97° de Heer Creemers als secretaris was toegevoegd, werd door het Bestuur opgedragen een reorganisatie van het fonds voor te berei den. De Commissie kwam al ras tot enige verstandige besluiten n.1. om het Bestuur te verzoeken de gelden van het fonds afzonderlijk te beleggen, een afzonderlijke administratie in te voeren en het Pensioenfonds minder vast aan de Zuid Nederlandse Zuivelbond te verbinden door er een afzonderlijke rechtspersoon van te maken. Op de toen reeds gestelde vraag, of niet tegelijkertijd de gelegen heid zou kunnen worden geopend tot verzekering van individuele personen, werd door de Commissie negatief geantwoord, waarbij als bezwaren werden aangevoerd, dat alsdan geneeskundig onder zoek zou moeten worden gevraagd en bovendien bij de vaststelling der premie met persoonlijke omstandigheden zou moeten worden rekening gehouden, hetgeen wederom een „hoop rekenwerk", al dus lees ik in de notulen van 7 januari 1921, zou vereisen. Ook werd blijkens dezelfde notulen de vraag gesteld, of de maxi mum grondslag niet op 4.000,— zou kunnen worden gesteld. De Voorzitter was echter van mening, dat f 3.000,wel hoog genoeg zal zijn, daar en zijn argument getuigt van de elasticiteit van de toenmalige economie: er behoefde geen S.E.R. advies bij te pas te komen het zich laat aanzien, dat eerlang een daling der lonen zal komen. Nochtans werd besloten de maximum pensioengrondslag tot 3.600,— te verhogen. Over de financiering daarvan werd niet gerept. En dan begint voor het Jan Truyenfonds een ware lijdensweg om te komen tot de eigen status van Naamloze Vennootschap. Eerst een advocaat uit Nijmegen, dan een uit Den Haag, die echter nog wel eens verstek laat gaan en op geconvoceerde vergaderingen niet verschijnt, blijkbaar wegens andere bezigheden. Daartussendoor spelen moeilijkheden met de Verzekeringskamer en de wijziging van de wet op het Levensverzekeringsbedrijf. Onder die bedrijven komt telkens de vraag aan de orde óf het Fonds laten uitsterven óf overdragen aan een andere maatschappij. Men houdt echter vol; de Verzekeringskamer, wier geduld in deze op hoge prijs moet worden gesteld, verleent haar medewerking tot oprichting van een N.V. met een aandelenkapitaal van 250.000,— waarop io°/o te storten, mits de beleggingen in eigen hand komen van het Fonds en niet langer blijven lopen over de z.g. Financiële Commissie van de L.L.T.B.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 36