5^et 40-jarig beótaan van bet ^fan ^ruyenfondó c.q. 'Boeren en 'Ouinderó eoenóverzekering Men zegt wel eens van iemand, en dat is dan somtijds bedoeld in ongunstige zin, dat hij boter op zijn hoofd heeft. Ook van het Jan Truyenfonds, de pensioenverzekering maatschappij, waaruit onze Boeren en Tuinders Levensverzekering N.V. is ontstaan, kan dat worden gesteld, maar dat heeft dan niets ongunstigs. Integendeel, herinnert dat aan de totstandkoming van ons Fonds, dat ontstond uit de liquidatie van de „Botervereniging", waarvan de toenmalige Zuid Nederlandse Zuivelbond een flink bedrag overhield. Kan dus gezegd worden, dat de eer van het moederschap ten deel viel aan deze Botervereniging, als trotse vader treedt in de geschiedenis naar voren de heer J. J. C. Ament, die als Voorzitter van de Zuid Ne derlandse Zuivelbond ook het voorzitterschap op zich nam van de „Commissie van Beheer van het Jan Truyenfonds", zoals het ter ge legenheid van het 25-jarig bestaan van de Zuid Nederlandse Zui velbond op 28 september 1918 gestichte pensioenfonds voor het personeel van de Bond en van de aangesloten fabrieken werd ge doopt. Op 1 oktober 1918 ving het Jan Truyenfonds zijn werkzaamhe den aan. Aanvankelijk werd een bedrag van 25.000,— beschikbaar ge steld, dat naderhand werd verhoogd tot 40.000,—. Nog later werd door het Bestuur van de Zuid Nederlandse Zuivelbond besloten om zovéél voor genoemd doel te bestemmen, als nodig zou blijken te zijn, om in het te vormen fonds de op 1 oktober 1918 verstreken dienstjaren van het personeel, voor te doen medetellen, zonder dat daarvoor verder een inkoopsom zou moeten worden betaald. Toespraak van Mr. Ph. C. M. van Campen, Voorzitter van de Raad van Commissarissen, bij de herdenking van het veertigjarig jubileum. De inleiding van Dr. Bosman over de economische betekenis van de levens verzekering zal in de volgende aflevering van de Maandelijkse Mededelingen worden opgenomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 34