i9ó4
stellen van een register (vandaar de naam „registerpand"). Hoewel
in België ten aanzien van het landbouw voorrecht een zodanige in
schrijving bij de ontvanger der registratie verplicht is, schijnt deze
vorm van zekerheid vroeger niet in alle opzichten te hebben vol
daan. Wellicht houdt dit verband met een moeilijkheid bij kwade
trouw van de ontlener, die door Dr. Florquin als volgt wordt om
schreven: lü) „De gelduitlener heeft 40 dagen tijd om de wegge
voerde voorwerpen weer op de hoeve te doen komen, maar daar
om moet hij weten waar zij zijn; tegenover een ontlener, die te
kwader trouw is, betekent dit niet veel." In 1952 is er echter een
wettelijke bepaling ingevoerd, volgens welke een dergelijke ontle
ner strafbaar is. Dit is uiteraard een grote verbetering. Het komt
mij voor dat een constructie als het Belgische landbouwvoorrecht
ook in Nederland zeker de aandacht zou verdienen, juist in ver
band met de aanhangige herziening van het burgerlijk recht.
Een zekerheid als in Nederland wordt verstrekt door het Borg
stellingsfonds voor de Landbouw bestaat in België niet.11) Daar
staat tegenover dat het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet
bepaalde leningen voor rekening en risico van de Staat verstrekt.
De veruit belangrijkste zekerheid in beide landen wordt door de
hypotheek gevormd. Het percentage dat deze zekerheidsvorm uit
maakt van het totaal is ten aanzien van het bedrag groter dan met
betrekking tot het aantal, hetgeen niet behoeft te verwonderen
aangezien immers de hypotheek vooral bij de grotere kredietbedra
gen voorkomt. Deze tendentie blijkt nu overigens in Nederland
sterker te werken dan in België. Dit kan nog geïllustreerd worden
door de gemiddelde bedragen te berekenen:
GEMIDDELD BEDRAG PER LENING ULTIMO 1956
België 12)
Hypothecaire zekerheid frs. 101.912 7.750 gld.
Overige zekerheden frs. 54.088 4.100 gld.
10) Dr. A. Florquin, Het landbouwkrediet in België, proefschrift Leuven 1949,
blz. 21.
11) Het door het Borgstellingsfonds gewaarborgde bedrag maakte per ultimo
1956 2% van de totale krediet- en voorschotverlening van het gehele landbouw
kredietwezen aan de particuliere sector uit. Het is echter juister om de borg
stelling door dit fonds te vergelijken met de borgstelling door particulieren. Zo
gezien is de betekenis van het fonds binnen de sector der niet-hypothecaire
voorschotverlening belangrijk.
12) Berekend uit de in noot 8) genoemde bron.