i96}
Indeling van het landbouwkrediet per ultimo 1956 naar
zekerheden (in °!o)
Hypotheek
Borgste ling
Andere
Landbo nwvoorrecht
België 8)
Bedrag Aantal
82 71
9 16
Nederland 9)
Bedrag Aantal
84 66
16 34
if
7 '2
Op grond van gegevens die op de organisatie van Eindhoven
betrekking hebben, mag men aannemen, dat de „andere" zekerhe
den ooi: in Nederland een onbelangrijke plaats innemen, zodat de
conclus e kan worden getrokken, dat de borgstelling in Nederland
ongevet r dezelfde plaats inneemt als borgstelling en landbouwvoor-
recht tezamen in België vervullen.
liet 'andbouwv oor recht neemt een belangrijker plaats in, dan
uit bov instaande tabel valt af te leiden. Het daarin genoemde per
centage betreft de leningen van het Nationaal Instituut, dat bereid
is het landbouwvoorrecht als enige zekerheid te aanvaarden. Ook
bij de 1 mdbouvvkantoren van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas
wordt iet landbouwvoorrecht toegepast, doch tot 1956 slechts in
combinatie met (meestal hypothecaire) andere zekerheid. Het is
die and?re zekerheid, die in de tabel is opgenomen. Sinds 1956 ech
ter is ook de Algemene Kas er toe overgegaan leningen te verstrek
ken, di i alleen het landbouwvoorrecht of het landbouwvoorrecht
plus persoonlijke borgstelling als zekerheid hebben. Wij kennen in
Nederland dit landbouwvoorrecht niet. Het zou wel onze aandacht
mogen hebben, want het geeft aan de uitlener een voorrang op be
paalde moerende goederen van het landbouwbedrijf, dus in hoofd
zaak oj: de inventaris en tevens op de oogst te velde. Het is dus een
constructie die enigermate lijkt op de eigendomsoverdracht tot ze
kerheid, die in Nederland ook t.a.v. landbouwinventaris wordt be
proefd om aan de schuldeisers zekerheid te geven, zonder dat de
goederen in kwestie uit de macht van de schuldenaar raken (zoals
bij verpanding het geval zou zijn). Bij de thans in Nederland aan
de orde zijnde herziening van het Burgerlijk Wetboek wordt ge
tracht leze zekerheids vorm beter te construeren, b.v. door het in-
s) Bron: Verslag Algemene Spaar- en Lijfrentekas, aanvullende studiën bij
verslag over 1956, blz. 176.
9) lilt Congres International du Crédit Agricole, deel II, Paris 1957, blz. 178.