1947
daarvan is in de laatste jaren met een korte onderbreking tijdens de
credietst haarste in de periode 1956/1957 steeds ruimer getrokken.
Mits pajsende zekerheid kan worden gesteld, wordt zowel het be-
drijfscrediet in lopende rekening, het seizoenvoorschot voor finan
ciering a an de oogst, als het voorschot op middellange termijn voor
de finan:iering van de inventaris en het voorschot op lange termijn
voor de financiering van het z.g. grondkapitaal (grond en gebou
wen) m ts op een termijn, die niet langer is dan 30 jaar, verzorgd.
Onder c e zekerheden wordt tegenwoordig meer en meer ook de
z.g. ove dracht tot zekerheid van inventaris-goederen, die in ge
bruik bl jven op het bedrijf van de credietnemer tot de zekerheden
gerekend. Daarnaast heeft de crediet- en voorschotverlening van
de Boerenleenbank zich ook steeds meer tot de niet-agrarische sec
tor uitg .'breid. Wat de bedrijfsfinanciering betreft, beperkt deze
laatste credietverlening zich tot de bedrijven, wier economische
werkingssfeer samenvalt met die van de kring van de boerenleen
bank ze f. Blanco credietverlening is bij de boerenleenbank prac-
tisch alleen bekend, voorzover het zich beperkt tot een uitdrukke
lijk toegestane overtrekkingsfaciliteit tot een niet al te hoog be
drag, w: arvan gebruik kan worden gemaakt door die cliënten van
de boerenleenbank, die hun bedrijfsontvangsten op rekening bij
de boerenleenbank tegoed laten schrijven. Verder komt blanco
credietv erlening bij de boerenleenbanken alleen voor ter financie
ring var landbouwcoöperaties met een zeker eigen vermogen en
een voldoende geregelde aansprakelijkheid van de leden. Op dit
stuk van de blanco credietverlening ten behoeve van land- en tuin
bouw zal in het bijzonder in de toekomst de aandacht gevestigd
zijn. Vooral de pachtbedrijven, die moeilijk zekerheid in de tradi
tionele :.in kunnen stellen, ondervinden meer en meer financie-
ringsmo .'ilijkheden, die om een oplossing vragen. In deze knelpun
ten in ds financiering van het landbouwbedrijf zou wellicht kun
nen worden tegemoet gekomen door een uitbreiding van de wer
kingssfeer van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw, dat ga
rant blijft voor door boerenleenbanken te verstrekken voorschot
ten, die dienen ter verbetering van de productiviteit van een land-
of tuinbouwbedrijf. Een uitbreiding van de werkingssfeer van dit
Borgstel ingsfonds in gelijke richting als waarin zich ook het door
de overheid gegarandeerde middenstandscrediet heeft ontwikkeld,
d.w.z. ter voorziening in liquiditeitsmoeilijkheden van de bedrijven
en ter verbetering van de uitrusting daarvan, lijkt daartoe de aan
gewezen weg. Daarvan zou temeer resultaat kunnen worden ver-