1946 (binnenlandse) aandelen. Uiteraard zal een dergelijke deelneming niet voor iedere spaarder bij de boerenleenbank zijn weggelegd. De meesten sparen voor een appeltje voor de dorst, bij wijze van re serve om tegenvallers in het bedrijf te kunnen opvangen of om wat extra's achter de hand te hebben voor het geval men in zijn bedrijf, b.v. in verband met dringende verbeteringen of in zijn gezin voor extra grote uitgaven komt te staan. Ook mag worden aangenomen, dat in de boerenleenbanksfeer heel wat gelden op spaarrekening worden opzij gelegd, die uit afschrijvingen in het bedrijf vrijkomen en straks wederom dienen om nieuwe aanschaffingen te financie ren. Te verwachten valt echter, dat daarnaast ook bij de boerenleen bank meer en meer zal worden gespaard bij wijze van begin van een bescheiden bezitsvorming, waarbij de voorkeur uitgaat naar een productieve belegging, zoals een aandeel kan geven bij wijze van deelneming in de zich vermeerderende kapitaals-goede renvoorraad van het Nederlandse bedrijfsleven, dat ongetwijfeld denk maar aan de Euromarkt nog voor een verdere expansie staat. Hierbij rijst de vraag, of het spaarbanksysteem in ons land in staat zou zijn een afzonderlijke spaarrekening tot ontwikkeling te brengen, waarbij het tegoed geen aanspraak geeft op de terugbeta ling van het nominale geldsbedrag doch op een deel van de tegen waarde van een met de ingelegde spaargelden gevormd aandelen- depót. Wellicht zal er hier en daar een lezer schrikken van deze nieuw lichterijen en dat nog wel in een mededelingenblad van een zo de gelijke organisatie, als waartoe de boerenleenbank behoort. Mocht deze gedachte bij U opkomen, bedenk dan, dat het hier gaat om een verkenning van de vraagstukken, waarvoor wij als spaarbankorga nisatie in de toekomst zouden kunnen worden gesteld en ongetwij feld is het aandelen-sparen een daarvan. Niet alleen omdat het als het ware in de lucht zit, maar ook, omdat er reeds spaarbankinstel lingen zijn, die zich daarmede bezig houden. Crediet- en voorschotbank De boerenleenbank zou zichzelf niet zijn, indien niet telkens op nieuw werd nagegaan, in hoeverre aanpassingen nodig en mogelijk zijn, wat betreft de crediet- en voorschotverlening. Het areaal

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 12