CONCURRENTIE
IN DE SPAARWERELD
Over het onderwerp „Con
currentie" verscheen een artikel
in de Volkskrant van 9 oktober
1.1., dat wij hieronder laten vol
gen.
Dit artikel van de Volkskrant
trok zodanig de aandacht, dat
ook de Maasbode over hetzelfde
onderwerp een beschouwing ten
beste gaf. Ongetwijfeld zullen
ook onze lezers belangstelling
daarvoor hebben, zodat wij hier
onder laten volgen:
Concurrentie(uit de Volks
krant van 9-io-'58)
De start van de jeugdspaarwet
heeft de reeds lange tijd heersen
de onderlinge concurrentiestrijd
in de Nederlandse spaarbankwe
reld onthutsend duidelijk in de
openbaarheid gebracht. Insiders
kenden het keiharde gevecht om
de spaarder reeds enkele jaren.
Een gevecht, dat werd gestreden
met de wapenen van de propa
ganda, van de faciliteiten en van
de rentevergoeding. Vooral de
rentestrijd heeft tussen de grote
spaarbankgroepen Rijkspost
spaarbank, Coöperatieve Boe
renleenbanken en de algemene
spaarbanken in het afgelopen
jaar nogal wat animositeit ver
oorzaakt.
Tot nog toe beperkt de kritiek
op de concurrentie tussen de
verschillende spaarregelingen
zich hoofdzakelijk tot eigen
kring. De buitenwacht heeft er
tot dusver weinig of geen aan
dacht aan geschonken. Terecht
ook niet, omdat het gevecht om
de gunst van de spaarder tot
dusver het algemeen belang,
noch de spaarzin heeft aangetast.
De spaarzin is er waarschijnlijk
zelfs enigszins door gestimu
leerd, omdat de spaarders door
de hogere rentevergoeding, die-
er veelal gevolg van is geweest,
wat eerder geneigd zijn geld van
hun inkomen af te zonderen
voor besparing. Ook de jeugd
spaarwet ondervindt daarvan
thans de gunstige gevolgen. Een
aanzienlijk deel van de spaarin-
stellingen biedt de jeugdige
spaarders een aantrekkelijker
rente aan dan welke zij aan hun
gewone spaarders vergoeden.
Aan de basis van de concur
rentiestrijd ligt waarschijnlijk de
kapitaalschaarste van eind 1956
en 1957, die de institutionele be
leggers prachtige kansen bood
voor aantrekkelijke beleggingen.
De boerenleenbanken, die behal
ve spaarbank vooral ook krediet-
verlenende instantie zijn voor de