HET REGISTREREN VAN ONDERHANDSE AKTEN Ingevolge het bepaalde bij artikel 1917 van het Burgerlijk Wetboek heeft een onderhand se akte, voorzover het de dag tekening betreft, tegenover an deren dan degenen, die bij de overeenkomst partij waren, eerst bewijskracht vanaf de dag waarop zij is geregistreerd dan wel vanaf de dag waarop een van de ondertekenaren is over leden, waarop het bestaan van de akte kan worden bewezen door haar vermelding in een akte opgemaakt door de notaris of door enig ander openbaar ambtenaar of waarop de derde tegenover wie men zich op de akte wenst te beroepen het be staan daarvan schriftelijk heeft erkend. Dit is de reden waarom in het bijzonder de akten, die behalve tussen partijen zelve ook tegenover derden moeten werken, terstond na hun onder tekening ter registratie moeten worden aangeboden. Speciale voorbeelden hiervan zijn de eigendomsoverdrachten tot ze kerheid en de z.g. veilingcessies. Onder de betrokken formulie ren staat dan ook als voetnoot vermeld, dat men ze onmiddel lijk na de ondertekening moet laten registreren. Door de re gistratie immers komt zonder meer vast te staan, dat de akte in ieder geval was getekend op de datum waarop de registratie plaats vond. De ervaring heeft geleerd, dat vele kassiers nog niet vol doende van het nut van de re gistratie van akten als hieiboven bedoeld doordrongen zijn. Het leek ons daarom gewenst hierop eens speciaal de aandacht te ves tigen door mededeling te doen van hetgeen een onzer Boeren leenbanken kortgeleden op dit punt moest ervaren. De betrok ken bank had enige jaren gele den aan een van hare leden een lening verstrekt gedekt onder meer door eigendomsoverdracht van de inventaris. Toen enige maanden geleden de voorschot nemer failleerde, kwam aan het licht, dat hij niet er voor was teruggeschrokken om kort na de overdracht nog eens opnieuw een akte houdende eigendoms overdracht van dezelfde, reeds aan de Boerenleenbank in eigen dom toebehorende inventaris, te ondertekenen, ditmaal ten gun ste van een andere bankinstel ling. Deze laatste bankinstelling liet haar akte onmiddellijk regi streren, hetgeen bij de akte van de boerenleenbank niet was ge schied. De kassier, blijkbaar den-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 25