i893
acht moet worden te strekken
tot het gebruik van het perceel,
waarvoor dit naar zijn aard be
stemd is. Dit zijn dus niet alleen
de meubelen en de verdere in
ventaris doch evenzeer de vee
stapel en de voor het bedrijf ge
bruikte machineriën, waarbij
het onverschillig is of de belas
tingschuldige daarvan eigenaar
is dan wel deze van derden in
gebruik of in huur heeft. De uit
oefening van dit recht staat in
de praktijk bekend als het z.g.
bodembeslag. De debiteur in
kwestie, die zijn gehele machi
nepark aan de Bank had over
gedragen tot meerdere zeker
heid van een aanzienlijke geld
lening, hem voor de aanschaf
van de machines verstrekt, was
met de betaling van zijn belas
tingschuld achterop geraakt. De
Ontvanger oordeelde het daar
om raadzaam om althans op een
gedeelte van den inventaris be
slag te laten leggen, teneinde
zijn verhaalsrecht daarop veilig
te stellen. De Boerenleenbank
staat hiertegenover machteloos
en zal moeten toezien, hoe
straks een gedeelte van haar
eigen onderpand ten behoeve
van 's Rijks kas zal worden te
gelde gemaakt, wanneer de be
trokken debiteur zijn belasting
schuld niet alsnog te elfder ure
aanzuivert.
Dat de mogelijkheid van het
z.g. fiscale bodembeslag een
groot gevaar inhoudt voor de
zekerheidsoverdracht, zal na le
zing van het bovenstaande wel
geen nader betoog behoeven.
Juist immers wanneer de zeker
heidsstelling hare taak zal heb
ben te vervullen n.1. bij het in
gebreke blijven van voorschot-
of credietnemer, zal deze met
de betaling van de door hem
verschuldigde belastingen ook
wel zijn achterop geraakt en de
fiscus tot ingrijpen nopen, waar
door de Boerenleenbank, on
danks hare zekerheid, in wat
men noemt de tweede koets
komt te zitten. Een soortgelijk
recht komt de eigenaar toe ter
zake van de achterstallige huur
of pacht. Is dus de debiteur geen
eigenaar, dan kunnen de zeker
heidsrechten op de inventaris
steeds worden doorkruist niet
alleen door de fiscus maar ook
door de verhuurder of pacht
heer. Met deze factoren mag bij
het aanvaarden van dergelijke
zekerheden wel terdege reke
ning worden gehouden, zulks
om latere teleurstelling te voor
komen.
Ook bij normaal verloop van
zaken kan echter de zekerheids
overdracht van roerend goed op
teleurstelling uitlopen. Dit laat
ste ondervond een van onze
Boerenleenbanken, die zich we
gens het faillissement van haar
debiteur voor de noodzakelijk
heid zag geplaatst een haar tot
zekerheid overgedragen kost
bare machine, waarvan de aan-