Jhcfit m Wet
DE PRAKTIJK VAN
DE ZEKERHEIDSOVERDRACHT
Volgens de huidige tekst van
artikel 50 van de statuten der
plaatselijke Boerenleenbanken
behoort een voorschot of cre-
diet gewaarborgd te zijn door
eerste hypotheek, borgtocht, ef
fectenonderpand of andere dek
kingen. Deze zgn. andere dek
kingen kunnen, zoals even ver
der in hetzelfde artikel 50 te le
zen staat, onder meer bestaan in
eigendomsoverdracht van roe
rende goederen, waarvan voor
schotnemer of credietnemer
voor zich zelf het gebruik be
houdt. Zij dienen echter bij
voorkeur het karakter te dragen
van aanvullende zekerheid, het
geen betekent, dat in die geval
len, waarin door hypotheek,
borgstelling of effectenonder
pand niet voldoende in de ver
eiste zekerheidsstelling kan wor
den voorzien b.v. omdat het
aangeboden onderpand onvol
doende overwaarde bevat, het
ontbrekende kan worden aan
gevuld met eigendomsover
dracht van de inventaris dan
wel van een of meer machine-
riën. Slechts bij uitzondering
mag met zekerheidsoverdracht
alleen genoegen worden geno
men. De persoon, waar het om
gaat, moet dan al heel betrouw
baar en soliede zijn, het beno
digde bedrag niet al te groot en
de looptijd daarvan beperkt, zo
dat menselijkerwijze gesproken
een redelijke kans aanwezig
kan worden geacht, dat de op
genomen bedragen binnen niet
al te lange tijd weder volledig
zijn terugbetaald. Ter illustratie
van de noodzakelijkheid om aan
deze richtlijnen streng dc hand
te houden laten wij hieronder
een kleine bloemlezing volgen
van de ervaringen, die juist op
dit terrein diverse Boerenleen
banken gedurende de laatste
maanden hebben opgedaan. Tot
op zekere hoogte is het nog een
troost, dat over het algemeen
de ondervonden moeilijkheden
zich niet zozeer in de zuivere
landbouwsector dan wel daar
buiten hebben voorgedaan, het
geen voor de beheerders van
onze banken een aansporing te
meer moge zijn er voor te wa
ken, dat tot credietverlening