1889 stelling sedertdien ondershands nog enkele 30-jarige leningen tegen 4%% hebben kunnen plaatsen. Op korte termijn gezien lijkt een verdere daling van de obli gatierente echter onwaarschijn lijk, nu de gemeenten nog zitten met een totaal aan kortlopende schuld van bijna anderhalf mil- liard, waarvan toch altijd nog ruim de helft zou moeten wor den omgezet in langlopende le ningen, terwijl blijkens de toe lichting bij de rijksbegroting voor 1959 ook het Rijk in de loop van het volgende jaar nog circa 800 millioen voor lange termijn zou moeten opnemen. De koersen van reeds geno teerde obligatieleningen blijven zeer stabiel, waarbij wijzigingen van enige betekenis steeds blij ken samen te hangen met toe vallige vraag of aanbod van meer of minder grote omvang. De voorkeur blijft hierbij uit gaan naar nominaal laag renten de obligaties, zodat bijvoorbeeld de 6'°/o woningbouwlening van 3V20/0 Nederland 1947 3%°/o Nederland 1955 3/4% Nederland 1953 3H°/o Nederland 1956 3% Grootboek 1946 3% Nederland 1962—64 3% Investeringscert. 6°/o Bank v. Ned. Gem. 1957 5% Bank v. Ned. Gem. 1958 de Bank voor Nederlandsche Gemeenten op de huidige koers van circa 110%, ook indien de ze lening op het vroegstmoge- lijke tijdstip (15 november 1967) geheel aflosbaar zou worden ge steld, nog altijd ruim 4,7% ren dement geeft, tegenover nauwe lijks 4K0/0 voor Staatsleningen met een looptijd van ongeveer negen jaar en nauwelijks 4/2°/° voor laagrentende prima ge meenteleningen met overeen komstige looptijd. Latere uitlo ting of aflosbaarstelling van de 6% woningbouwlening kan slechts het genoemde rendement van 4,7°/o verhogen; bij normale aflossing in 25 jaar zou het ko men op rond 5%. Van de rentespaarbrieven der Bank voor Nederlandsche Ge meenten noteert de lening 1952 thans 129%, de lening 1957 113^/0. Hoe weinig er overigens in de loop van twee maanden in het koersbeeld is veranderd blijkt uit het hiervolgende staatje: 18-7-^8 897/s (4,16%) 88Vh (4'3 5°/°) 93 SA (4.37°/») 92V, (4,36%) 887/s (4,36%») 9374 (4,36%) 94'/, (4,54%) 109'/, (4,99%) lOzVg (4,83%) 19-9-58 92Vu, (4,OI°/o) 87,s/„ (4,37°/o) 94 (4.3 5°/») 935/,. (4.240/») 9077 (4, i6°/o) 941 '/ao (4,10%) 957/8 (4, ro'Vo) io9lryiö (4,98°/o) ioz'Vm (4,77°/»)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 19