GEZINS-BEGROTINGS-INSTITUUT
zzAló 't kindje komt... wat komt er kijkenl
Daarover weet mevrouw E. J.
Wilzen-Bruins in haar gelijkna
mige voor het Gezins-Begro-
tings—Instituut geschreven bro
chure heel wat te vertellen. Dat
het meer blijkt te zijn dan men
aanvankelijk misschien zou den
ken, is niet haar schuld. Daarom
moeten wij haar dankbaar zijn,
dat zij dit allemaal heeft bere
kend en een duidelijk overzicht
van alle kosten heeft opgesteld.
Daarbij verstrekt zij vele nuttige
wenken, waardoor de uitgaven,
welke moeten worden gedaan,
wat kunnen verminderen. Want
dit is mogelijk.
In haar brochure voert me
vrouw Wilzen twee echtparen
Annie en Jan, en Mieke en
Max die wij ook al kennen uit
de brochure „Annie en Jan gaan
trouwen" ten tonele. Ook hier
zijn het Annie en Jan, die het
zuinigjes aan moeten doen en
zitten Mieke en Max wat ruimer
in de financiën. Als de schrijf
ster op een van de laatste pagi
na's van het boekje een totaal
telling maakt van alle begrote
kosten, komt zij voor Annie en
Jan op een bedrag van 375,—,
terwijl Mieke en Max 700,—
nodig zullen hebben. Dat scheelt
wel zoveel, dat vele toekomstige
ouderparen het zeker de moeite
waard zullen vinden deze bro
chure aandachtig te bestuderen.
Vooral wanneer zij lezen, dat
ook Mieke en Max nog niet eens
zorgeloos hebben zitten rekenen.
Wij geloven, dat er heel wat
mensen zijn als Mieke en Max.
Mensen die heus wel uitkijken
bij hun becijferingen, maar die
toch schrikken, als ze bemerken,
hoeveel geld ze straks op tafel
zullen moeten leggen. Voor de
zulken zal het stellig een op
luchting zijn te ontdekken, dat
het voor bijna de helft minder
ook kan en dat zelfs daarop mis
schien nog wel iets valt te bezui
nigen. Vooral als het ene deel
van het echtpaar heel handig is
met naald en draad en breipen
nen en de ander een geboren
knutselaar is.
Mevrouw Wilzen heeft haar
begrotingen gesplitst in onder
delen, die zij stuk voor stuk met
de lezers doorneemt. Wij krij
gen een uitzet voor de baby te
zien, gevolgd door een opgave
van de toiletartikelen, die met
een al nodig zijn. Deze laatste
belopen met elkaar niet minder