i«53
worden toegekend. De reden
waarom de evengenoemde
premie- en bijdrageregeling
voor die gevallen is gehand
haafd, ligt in het feit, dat voor
de hiervoor onder II genoem
de toeslag altijd de tussen
komst is vereist van een be
middelend orgaan en men van
mening is, dat er momenteel
nog niet voldoende bemidde
lende organen aanwezig zijn
om een vlotte werking van het
Besluit en de Beschikking be
vordering eigen-woningbezit
te verzekeren.
Met betrekking tot de premie
ingevolge de onderhavige re
geling geldt ongeveer hetzelf
de als hiervoor onder I „Alge
meen" is gezegd over de pre
mie ingevolge de Premiebe
schikking woningbouw 1958.
Echter bij de onderhavige re
geling is niet, zoals bij de re
geling van 1958 wel het geval
is, de eis gesteld, dat de wo
ning tenminste vier woon- of
slaapvertrekken moet bevat
ten.
Overeenkomstig de onderha
vige regeling van 1953 kunnen
aan personen, die de leeftijd
van vijftig jaren nog niet heb
ben bereikt en aan wie voor
de bouw van een eengezins
huis een premie is toegekend,
boven de premie gedurende
tien achtereenvolgende jaren
jaarlijkse bijdragen worden
toegekend ieder groot 2^%
van de premie, indien genoem
de personen de woning als ei
genaar zullen bewonen en de
woningen met betrekking tot
de oppervlakte aan zekere ei
sen voldoen.
Enkele belangrijke verschillen
met de hiervoor onder II be
sproken toeslagregeling vallen
op. Eerstens mag voor de jaar
lijkse bijdrageregeling de per
soon niet ouder zijn dan ne
gen en veertig jaren; voor de
toeslagregeling is de leeftijds
grens vier en zestig jaren.
Tweedens kan de jaarlijkse
bijdrage slechts worden toege
kend aan degene aan wie ook
de premie is verleend; volgens
de toeslagregcling wordt de
toeslag toegekend aan degene,
die de eigenaar-bewoner is op
het ogenblik waarop de wo
ning voor bewoning gereed is,
welke persoon een ander kan
zijn dan aan wie de premie is
toegekend. Derdens kan de
jaarlijkse bijdrage slechts wor
den toegekend voor eenge
zinshuizen, waaronder ook is
te verstaan een woning met
bedrijfsruimte mits de opper
vlakte van de bedrijfsruimte
niet groter is dan 20% van de
oppervlakte van het woonge
deelte; de toeslagregeling kent
deze beperking niet; ook voor
woningen met een grotere be
drijfsruimte alsmede voor wo
ningen in meergezinshuizen
kunnen toeslagen worden toe-