Ueef'd m Wet iJA De Boerenleenbank en de Financiering van de Particuliere Woningbouw Vele Boerenleenbanken zagen de spaargelden in de laatste ja ren in belangrijke mate stijgen zonder dat de vraag naar credie- ten en voorschotten evenredig toenam. Deze Boerenleenbanken zullen juist ten aanzien van de financiering van het eigen-wo- ningbezit een taak kunnen vin den, die enerzijds een rendabele belegging voor de spaargelden biedt, anderzijds bij kan dragen tot de oplossing van het pro bleem van het woningtekort; de activiteit terzake zal, doordat zij op de particuliere sector zal zijn gericht, geheel aansluiten bij de traditionele werkwijze der Boe renleenbanken. Wij menen dan ook dat voor deze aangelegen heid bij beheerders en kassiers veel belangstelling bestaat. Het zal intussen duidelijk zijn, dat voor Boerenleenbanken, voor welke de verhouding tussen toe vertrouwde en uitgezette gelden het doen van nieuwe beleggingen niet meer toelaat (artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement der Centrale Bank), ook deze hypothecaire uitzettingen niet in aanmerking kunnen komen. De tot de Boerenleenbanken gerichte circulaire no. 841 d.d. 31 juli 1958 handelt over het verstrekken van hypothecaire voorschotten onder Gemeente garantie ten behoeve van de bouw of aankoop van woningen door particulieren. Daar de premie- en toeslag regelingen, waarvan in evenge- noemde circulaire sprake is, in de Maandelijkse Mededelingen over enkele nummers (nos. 431, 445 en 449) verspreid zijn be handeld, komt het ons goed voor een samenvattend over zicht te geven van de huidige stand van zaken. De te behandelen stof zullen wij splitsen in vijf delen n.1. de „naakte"premie, de premie met toeslag, de premie met jaarlijkse bijdragen, de Gemeentegarantie en de bemiddelende organen. I. DE „NAAKTE" PREMIE Algemeen i.De verlening van een premie voor de bouw van een woning geschiedt thans, behoudens hetgeen hierna onder III zal

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 29