-m KafiitaalmafM
In de afgelopen weken werd
de beurs verblijd met de uitgifte
van een drietal grote obligatiele
ningen.
Op 26 juni stond de inschrij
ving open op 100 miljoen
4%°/o obligaties ten laste van de
Bank voor Nederlandsche Ge
meenten. Na de grote 6°/o wo
ningbouwlening van oktober
1957 was dit haar derde obliga
tielening van 100 miljoen (ach
tereenvolgens 534% a 99, 5% a
9934 en 4^4% a 98%). Bij de
jongste lening was de belangstel
ling zeer groot en de toewijzing
zeer gering. De notering is thans
ongeveer pari.
Op 7 juli volgden 40 mil
joen 5°/o obligaties a 100 ten las
te van de Export-Financiering
Maatschappij; beursingewijden
waren op de inschrijvingsdag
van mening, dat er voor deze le
ning geen overmatige belangstel
ling aan de dag werd gelegd
doch tot hun verbazing verna
men zij later, dat de lening
zwaar overtekend zou zijn; bij
de eerste verhandeling kon maar
net parikoers worden gemaakt.
Als derde grote emissie moet
genoemd worden de 4%%-le-
ning ad 25 miljoen ten laste
van de Herstelbank, waarop te
gen 99%) kon worden ingeschre
ven op 11 juli; hoewel de le
ningsvoorwaarden hier wel zeer
scherp waren gesteld, werd ook
op deze lening ingeschreven
voor meer dan het beschikbare
bedrag; de stukken doen thans
99%°/o.
Reeds enige malen hebben wij
erop gewezen, dat aan de snelle
rentedaling, die tot in maart en
april van dit jaar voortduurde,
tegen mei een einde kwam, zo
dat men toen moest constateren,
dat een niveau van tijdelijk even
wicht was bereikt. Thans kan
men waarnemen, dat de koersen
van de oude fondsen, met name
van de staatsobligaties dalen,
terwijl de koersen van de nieuw-
uitgegeven leningen een stijging
vertonen. Geleidelijk groeien de
ze derhalve naar elkaar, waarbij
een gemiddelde rente van 4/4%
tot uitdrukking komt. Wij mo
gen in dit verband verwijzen
naar de koers- en rendements
tabel aan het einde van deze ru
briek.
Op de aandelenmarkt worden
in eerste instantie de oliefondsen
beïnvloed door de onrust en on
zekerheid in Irak en Libanon.