ken kaas in dit land afzetten.
Nederland heeft in Stresa volge
houden, dat verhoging van onze
exportprijzen onaanvaardbaar
zou zijn, wanneer de Denen niet
soortgelijke toezeggingen zou
den doen.
In verband hiermede vond
medio juli een bespreking plaats
in Hamburg tussen Duitsland,
Nederland en Denemarken. Men
werd het daar eens. Nederland
zegde toe een exportheffing te
leggen op kaas, welke naar
Duitsland gaat. De heffing werd
vastgesteld op 27^ cent per kg.
volvette kaas en van 23 cent
voor 40+ kaas. Denemarken
zegde toe geen kaas in Duitsland
in te voeren tegen prijzen, welke
meer dan 22.5 cent (0,25 D.M)
beneden de prijzen van Neder
landse kaas in Duitsland zouden
liggen. Dit verschil van 22,5
cent per kg. tussen Nederlandse
en Deense kaas is gebaseerd op
de voorkeur van de Duitsers
voor onze kaas, waarvoor ge
middeld 15 a 30 cent per kg.
meer betaald werd.
Het komt ons voor, dat deze
afspraak de mogelijkheid biedt
tot een bevredigende oplossing.
Zij zou moeten leiden tot bedui
dend hogere prijzen voor kaas in
Duitsland, hetgeen dit land per
se wil met het oog op de eigen
kaasproductie. Nederland zou
dan daar de opbrengst van de
exportheffingen voor ons land
blijft alles bij elkaar meer krij
gen voor de naar Duitsland uit
gevoerde kaas. En voorkomen
zou worden, dat de Denen door
prijsconcessies de Nederlandse
kaas steeds meer op de Duitse
markt zouden verdringen.