1836 Bosman een gedegen uiteenzet ting van de ontwikkelingsgang benevens een objektieve, zeer diepgaande weergave van de fel le discussies, die bij de indiening van het wetsontwerp in 1952 hebben plaatsgevonden en welke er uiteindelijk toe hebben geleid, dat aan de Wet Toezicht Kre dietwezen slechts een tijdelijke werking is verleend. Meer dan elders blijkt hieruit, van hoe nabij de heer Bosman dit alles heeft meegemaakt. De weergave van de in die jaren ge leverde strijd is geschied op een wijze, die de lezing van deze passages tot een zeer boeiende lektuur maakt. Met deze beschouwingen wordt het historische gedeelte afgesloten en geeft Dr. Bosman in hoofdstuk IV een nadere be schrijving van de onder de Wet Toeneming kredietverlening aan de particuliere sektor in min guldens: 1954 a. door handelsbanken 389 b. door landbouwkredietinstellingen 34 c. door De Nederlandsche Bank 4 d. door overige geldscheppende instellingen 8 Toezicht Kredietwezen vallen de instellingen. Schrijver wijdt hierbij ook enige gedachten aan het typische karakter van de boerenleenbanken, dat geheel anders is dan dat van de han delsbanken doch tevens duide lijk onderscheiden van dat van de spaarbanken. Dr. Bosman spreekt er dan ook zijn voldoe ning over uit, dat zij in de Wet 1 oezicht Kredietwezen afzon derlijk behandeld zijn. Met cijfers toont Dr. Bosman verder aan, dat de landbouwkre dietinstellingen wegens haar credietvcrlening in lopende re kening wel degelijk tot de geld scheppende instellingen moeten worden gerekend, al is hun aan deel in de kredietverlening ge ringer dan dat van de handels banken. Dit blijkt uit de volgen de tabel: 1955 361 34 6 1956 276 957 175 39* - 24 Het meest interessante deel van het proefschrift wordt ge vormd door hoofdstuk V, geti teld: Achtergrond en betekenis van het monetaire toezicht. In dit hoofdstuk is Dr. Bosman op een zeer oorspronkelijke wijze nagegaan, of het theoretisch ge zien wenselijk is, dat er een mo netaire controle wordt ingesteld in verband met de rol, die de Nederlandse geldscheppende in- alleen credietverlening in lopen de rekening.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 18