183 3
en verdient als zodanig ook on
ze belangstelling. De Wet Toe
zicht Kredietwezen is n.1. iets,
waar we allen mede te maken
hebben. Moeten immers niet
maandelijks grote staten worden
ingevuld om De Nederlandsche
Bank de nodige inlichtingen te
verschaffen?
Deze cijfers geven De Neder
landsche Bank een indruk over
de richting, waarin het bankwe
zen zich ontwikkelt en op grond
van de bepalingen in de Wet
Toezicht Kredietwezen kan De
Nederlandsche Bank bepaalde
maatregelen treffen, indien zij
zulks gewenst acht. In hetgeen
nu volgt, zal een korte samen
vatting worden gegeven van het
proefschrift van Dr. Bosman,
waarbij voornamelijk getracht is
meer aandacht te geven aan de
passages, die voor het boeren
leenbankwezen van belang zijn.
In deze ongeveer 300 bladzij
den tellende studie wordt een
kritische analyse gegeven van het
toezicht op het kredietwezen,
zoals dat thans in Nederland be
kend is. Dit toezicht op het kre
dietwezen dit is dus een toe
zicht op praktisch alle in Neder
land gevestigde banken, of dit
nu handelsbanken, spaarbanken,
effectenkredietinstellingen of
boerenleenbanken zijn is in
Nederland eerst na de oorlog
wettelijk geregeld door de z.g.
Wet Toezicht Kredietwezen.
Voor de eerste maal is dit ge
schied bij de Wet Toezicht Kre
dietwezen in 1952 en, aangezien
deze wet slechts een beperkte
geldigheidsduur had, voor de
tweede maal in 1956. Dr. Bos
man heeft nu in zijn proefschrift
nagegaan, of het aldus geregel
de toezicht op het kredietwezen
voldoet aan de eisen, die daar
aan vanuit een monetair weten
schappelijk standpunt moeten
worden gesteld.
In het eerste hoofdstuk geeft
Dr. Bosman een beknopte sa
menvatting van de in zijn proef
schrift behandelde onderwerpen
en de daarbij gevolgde gedach-
tengang. Ook wordt reeds aan
gegeven, op welke wijze het
toezicht op het kredietwezen in
de wet is geregeld.
Zoals wellicht bekend, is het
toezicht door de Wet opgedra
gen aan De Nederlandsche Bank.
Het te houden toezicht houdt in
de eerste plaats in het z.g. mo
netaire toezicht, ook wel het so
ciaal-economische toezicht ge
noemd, dat kan worden geka
rakteriseerd als een toezicht, dat
voornamelijk gericht is op con-
junctuurpolitieke doeleinden. Al
naar gelang van de stand van de
bedrijvigheid kan De Nederland
sche Bank het gewenst achten
aan de kredietverlening door de
banken zekere beperkingen op