1831
de aanneming van deposito's ge
zien de snelle stijging in de laat
ste maanden van het deposito
bedrag, waarover deze toeslag
wordt vergoed. Hierbij bestaat
de indruk, dat somtijds onvol
doende rekening wordt gehou
den met de mogelijk nadelige in
vloed van de aanneming van de
posito-tegoeden op de rentabili-
teitspositie van de boerenleen
banken, indien de verdere uit
zetting van de crediet- en voor
schotportefeuille der boeren
leenbanken daarmede geen ge
lijke tred houdt. Was dit be
zwaar wellicht niet doorslagge
vend in een tijd van nijpende
kapitaalschaarste en uitzonder
lijk hoge rentestand, in verband
waarmede een overheveling van
gelden van boerenleenbanken
naar andere financiële instellin
gen moest worden gevreesd, nu
dit gevaar niet meer bestaat,
dient het instituut van de depo
sito-tegoeden wederom met pas
sende voorzichtigheid te wor
den gehanteerd; met name dient
zoveel mogelijk te worden be
vorderd dat een verdere uitbrei
ding van de ingelegde deposito-
gelden in overeenstemming is
met de groei van de uitstaande
credieten en voorschotten.
Eenzelfde voorzichtigheid zal
ook dienen te worden betracht
ten aanzien van de renteverla
ging voor credieten en voor
schotten, die thans met ingang
van 1 juli is mogelijk gemaakt.
Door hiervan een beperkt ge
bruik te maken met name wat
betreft de reeds bestaande uit
zettingen kunnen thans de hier
en daar nog voorkomende ren-
tabiliteitsmoeilijkheden voor dit
jaar geheel worden overwonnen.