Zou dezelfde spaarder zijn
geld besteden voor een doel, dat
wel in het vlak van de bezitsvor
ming ligt en in het spaarregle-
ment genoemd is, dan zou hij
over de volle 120,kunnen
beschikken en de premie dus
niet verspelen.
XZ-en ópaarperlode oan 5 jaren
Het is niet de bedoeling, dat
spaargeld plus premie voor on
bepaalde tijd op de bedrijfs-
spaarrekening blijven staan. Er
komt een moment, waarop een
gedeelte van het tegoed naar
vrije rekening wordt overge
boekt. Meestal vindt dat plaats
5 jaren nadat de bedrijfsspaarre-
kening geopend is en vervolgens
ieder aansluitend jaar. Men stelt
als regel een spaarperiode van 5
jaar, omdat verwacht mag wor
den, dat de spaarder in die tijd
zozeer met de spaargewoonte
vertrouwd is geraakt en hij
voorts zijn spaartegoed inclusief
premie dermate heeft zien toe
nemen, dat beide faktoren in
gunstige zin een stempel zullen
drukken op de richting waarin
hij zijn geld bij het vrijkomen
zal besteden. Om ieder misver
stand te voorkomen merken wij
nog op, dat na het 5e spaarjaar
(dus in het 6e) niet alle spaarbe-
dragen en spaarpremies van de
voorgaande 5 spaarjaren naar
vrije rekening worden geboekt,
maar slechts dat spaargeld plus
premie, dat in het eerste spaar
jaar werd bijgeschreven en nog
op de spaarrekening uitstaat.
Vervolgens komen in het 7e
spaarjaar de bedragen uit het 2e
spaarjaar vrij, in het 8e jaar de
in het 3e spaarjaar bijgeschreven
bedragen enz. Tussen bijschrij
ving en overboeking naar vrije
rekening ligt dus ten hoogste
een termijn van 5 jaren. Ten
hoogste, omdat men er zoals
toegelicht ook eerder met of
zonder behoud van premie over
kan beschikken.
<H)e erkende
beótedingAdoeleinden
Als regel rekent men hiertoe:
1. de aankoop van grond voor
een eigen woning en/of het
aflossen van de hypotheek,
2. de huwelijksuitzet voor zich
zelf of voor één van de kin
deren,
3. studiekosten,
4. premiebetaling van levens
verzekering, aanvullende
pensioen-verzekering of stu
dieverzekering,
5. andere vormen van duur
zaam bezit.
De spaarraad zal ad 5 beslis
sen, of en tot welk bedrag een
besteding hiertoe kan worden
gerangschikt.
Vraagt de spaarder dus voor
een van de genoemde doelein
den geld aan, dan behoudt hij
het recht op de premie.