T^paganda BEDRIJFSSPAREN MET PREMIE VAN DE WERKGEVER Ten vervolge op ons artikel in de Maandelijkse Mededelingen van april 1958, waarin wij een toelichting gaven op enkele pun ten die bij het samenstellen van een hedrijfsspaarreglement de aandacht verdienen, willen wij U thans een inzicht geven in de mogelijkheden van opneming van spaargelden en spaarpre- mies. Daarbij zullen wij zien, dat de beslissing omtrent het al dan niet toekennen van de spaarpre- mies in handen ligt van de spaarraad, welker taak en sa menstelling wij aan het slot van ons vorig artikel hebben uiteen gezet. <~\Oanneer kan de deelnemer zijn spaargeld opnemen? Alhoewel dit bij de gepre mieerde spaarregeling als middel tot bezitsvorming geenszins de bedoeling is, is de deelnemer ge rechtigd op ieder moment over zijn eigen spaargeld te beschik ken. Besteedt hij zijn spaargeld in een richting, die niet met na me in het reglement genoemd is als een van de zogenaamde er kende bestedingsdoeleinden (wij komen hierop verder nog terug), dan verspeelt hij de correspon derende spaarpremie, die dan van zijn spaarrekening wordt afgeboekt en teruggestort ten gunste van het bedrijf. Ter verduidelijking dit voor beeld: een spaarder, die van zijn direktie 20% spaarpremie ge niet, wil met het oog op de na derende kermis (heeft met be zitsvorming niets te maken) 100,— in contanten opnemen. Vooropgesteld dat zijn saldo- eigcn-spaargeld toereikend is, kan hij die 100,— opnemen, maar hij verspeelt 20,— (20% van 100,—) spaarpremie, die in het verleden als zodanig over die 100,— op zijn spaarreke ning was bijgeschreven. Zijn spaarrekening wordt dus voor 120,— gedebiteerd, van welk bedrag hijzelf slechts 100,— ontvangt. De premie ad 20,— gaat te rug naar het bedrijf.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 42