1792
totale prijs voor de prestatie bo
ven de marktprijs zou uitkomen.
Indien men dit desideratum stelt
b.v. in het licht van de uitspraak
van de Hoge Raad in de zaak
van de Eendracht, waarbij een
korting, die door de aandeelhou
ders, afnemers van drukwerken,
werd genoten, als een aftrekba
re bedrijfslast werd aanvaard,
dan is het voor mij duidelijk,
dat geen opheffing van een dis
criminatie wordt beoogd, doch
een discriminatie gevraagd
wordt ten nadele van de coöpe
ratie. Bovendien zou, indien dit
desideratum verwezenlijkt zou
worden, het gevolg hiervan zijn,
dat de fiscus de winsten van
coöperaties gaat vaststellen in
plaats van deze alleen te toetsen
aan de wet. De coöperaties zou
den ten aanzien van hun prijs
politiek in een fiscaal geobjecti
veerd keurslijf worden gedwon
gen. De fiscale vrijheid van de
ondernemer in zijn bedrijfspoli-
tiek is een groot goed en wan
neer begonnen wordt deze vrij
heid voor de coöperaties te be
perken, dan zal deze inbreuk de
wig zijn, die steeds dieper en
verder doordringt en onherroe
pelijk ook het niet coöperatieve
bedrijfsleven zal raken. Nu stelt
men wel, dat de uitkeringen aan
leden van coöperaties ter zake
van leveranties aan of afnamen
van het coöperatief bedrijf op
dezelfde wijze fiscaal behandeld
moeten worden als de uitkerin
gen aan de aandeelhouders, om
dat beiden de risicodragers in
het bedrijf zijn. Ook dit argu
ment, om deze uitkeringen naar
rato van leveranties of afnamen
fiscaal gelijk te stellen met
winstuitdelingen op aandelenka
pitaal, gaat echter niet op. Bin
nen het kader van het geldende
fiscale winstbegrip zijn alleen
de winstuitdelingcn aan ver
schaffers van het risicodragend
kapitaal belastbaar en niet de
uitdelingen aan anderen, die
geen risicodragend kapitaal heb
ben verschaft en waarbij boven
dien de uitdeling niet naar rato
van de kapitaaldeelneming
plaatsvindt. Als men uitdelingen
tot de fiscale winst gaat reke
nen, die gedaan worden aan
hen, die in enigerlei opzicht ri
sico bij het bedrijf lopen, dan
dienen zeer vele uitkeringen, die
thans bedrijfslast zijn, als belast
bare uitdeling te worden aange
merkt, omdat tenslotte ieder,
die, op welke wijze ook belang
heeft bij de uitkomsten van het
bedrijf, mede het risico draagt,
zij het in verschillende mate.
Dit geldt voor de directie in ver
band met directietantième, voor
het personeel in verband met
winstaandelen van het perso
neel, voor licentiegevers in ver
band met royalties, voor leve
ranciers in verband met het le
verancierskrediet enz. enz.
Het komt mij voor, dat diege
nen, die in deze tegen de coö-