i785
N.V. belast is en bij de coöpera
tie niet. Zodoende moet de N.V.
twee gulden verdienen om één
gulden beloning aan haar aan
deelhouders te kunnen geven,
terwijl de coöperatie de volle
twee gulden aan haar leden/
deelhebbers kan uitkeren of in
de prijs kan doorschuiven. Al
tijd aannemende, dat coöperatie
en N.V. even efficiënt werken,
hebben de huidige fiscale bepa
lingen tot gevolg, dat de winst
uitkering aan coöperanten twee
maal zo groot wordt als zij van
nature zou zijn en dat is het
punt dat de heer Sonnenschein
niet noemt of niet ziet, maar
waardoor zijn betoog voor de
argeloze lezer misleidend wordt.
Indien de heer Sonnenschein
stelt, dat de vennootschap met
zijn leveranciers ook meerjarige
leveringsplicht op contractuele
basis kan aangaan, dan is dat
juist, maar deze leveringsplicht
zal nooit zover kunnen gaan, dat
de leveranciers aansprakelijk
heid voor de vennootschap op
zich nemen. Zouden de leveran
ciers zulk een aansprakelijkheid
wel op zich nemen, dan zouden
zij dit nimmer doen zonder
zeggenschap in en over de on
derneming te hebben verkregen,
waarmede zij „aandeelhouder"
zouden zijn geworden en waar
mede de zeggenschap van de
oorspronkelijke aandeelhouders
zou zijn vervallen.
Hun beloning zou dan niet
alleen een normale prijs zijn,
maar ook een vergoeding voor
ondernemersrisico inhouden, en
zo zou de N.V. een coöperatie
zijn geworden. Regelingen als
waarop de heer Sonnenschein
het oog heeft geven aan de le
veranciers nooit de volle winst,
want als dat het geval zou zijn
zouden de leveranciers ook aan
sprakelijkheid moeten dragen.
De consequentie van het betoog
van de heer Sonnenschein op dit
punt leidt er toe, dat het doen
van zaken met risicodragend ka
pitaal in concurrentie met coö
peraties niet meer mogelijk zou
zijn, hetgeen evenwel in strijd is
met zijn uitgangspunt.
Zou er geen vennootschaps
belasting zijn, dan zou er uiter
aard ook geen discriminatie be
staan. Hoe hoger het percentage
vennootschapsbelasting is, hoe
groter de discriminatie tus
sen beide ondernemingsvormen
wordt en dit veroordeelt ten
enenmale de huidige wettelijke
regeling. Het is niet de coöpera
tie, die door de belasting veran
derd of versterkt wordt, maar
het is de N.V., die naarmate het
percentage vennootschapsbelas
ting hoger wordt, zwakker komt
te staan waardoor de coöperatie
in de concurrentiestrijd sterker
wordt. Deze consequentie heeft
de heer Sonnenschein bij voor
baat verworpen, maar daardoor
kan zijn gedachte dat er geen