1780
Daarbij kunnen wij tot eigen
troost vaststellen, dat hoe beter
het algemeen spaarklimaat is,
waarbij niet in de laatste plaats
te denken valt aan het grote be
lang van het gezond houden van
het geld, d.i. het op peil houden
van zijn koopkracht, des te be
ter ook de levensverzekering
maatschappijen zullen gedijen.
De vermindering van produc
tie in de afdeling der collectieve
verzekeringen is geheel overeen
komstig de verwachting, zoals
die door mij bij de opening van
de vorige jaarvergadering werd
uitgesproken. Verliezen wij
daarbij niet uit het oog, dat een
productie in de collectieve afde
ling met 20 miljoen in 1957
nog altijd ligt boven de produc
tie in 1955, die 18 miljoen be
liep. De uitbreidingsmogelijkhe
den van onze collectieve porte
feuille zijn nu eenmaal beperkt,
daar wij in hoofdzaak alleen
voor de landbouwbedrijfscoöpe
raties, die ons door tussenkomst
van de K.N.B.T.B. en geweste
lijke standsorganisaties bloed- en
aanverwant zijn, als collectief
pensioenfonds optreden.
In totaal steeg het bij onze
maatschappij verzekerd bedrag,
daaronder begrepen zowel de
individuele als de collectieve
portefeuille van 160 tot 199
miljoen. Inmiddels zijn we in het
lopende jaar de 200 miljoen
ruimschoots gepasseerd. Een
hoopvol perspectief vertoont
zich voor onze maatschappij, in
dien we in aanmerking nemen,
dat in de loop van nauwelijks
twee en een half jaar het tweede
honderd miljoen kon worden
volgemaakt.
Voor deze prestatie zijn wij
erkentelijk jegens de directie, de
actuarissen, de staf en het gehele
personeel van onze N.V., even
als jegens de generaal-agenten,
de verzekeringsinstellingen van
de gewestelijke boerenbonden,
die met zoveel succes de acquisi
tie van onze maatschappij ver
zorgd hebben.
Het passeren van deze mijl
paal, te weten de tweede hon
derd miljoen, heeft voor ons
daarom ook een grote betekenis,
omdat in de overgang van het
verstreken naar het lopende
boekjaar onze N.V., althans wat
haar personeelssamenstelling be
treft, geheel op eigen benen is
komen te staan. Trad b.v. onze
directie tot voor kort tevens
nog op als directie van de Boe
ren en Tuinders Onderlinge, de
ze personele unie is thans ko
men te vervallen. liet is niet in
de laatste plaats voor onze en
thousiaste directeur Drs van
Schijndel een persoonlijk succes,
dat hij in de dubbele zin van
het woord onze maatschappij
„self supporting" heeft weten te
maken. Heeft hij met groot élan