1779 de premie van de A.O.W. gehe ven, die voor velen een belang rijke belasting betekent, waar door de premie-betaling van een levensverzekering wordt be moeilijkt. Ongetwijfeld hebben ook fis cale overwegingen een rol ge speeld. Kon in het verleden bij een hoog uitschieten van het fis caal belastbaar bedrag dit worden gedrukt door de combinatie van vervroegde afschrijving en in vesteringsaftrek voor zoveel be treft in het fiscale jaar gedane aanschaffing van bedrijfsmidde len, door de temporisering van de vervroegde afschrijving en door de schorsing van de inves teringsaftrek kwam deze moge lijkheid te vervallen. De veronderstelling ligt voor de hand, dat in deze gevallen van door omstandigheden uit schietende fiscale winsten als nog tot de afsluiting van een verzekering is overgegaan, ten einde voor dat jaar het fiscaal belastbaar bedrag op een lager bedrag gesteld te krijgen. In het jaarverslag wordt nog vermeld, hoe ook in ander op zicht, n.1. in verband met een omstreeks einde 1956 uitgespro ken arrest van de Hoge Raad terzake van ouderdomspensioe nen met voortgezette restitutie, de levensverzekering door het fiscaal recht wordt doorkruist. De desbetreffende uitspraak was weinig bevorderlijk voor een verdere uitgroei van de onder- werpelijke portefeuille levens verzekeringen. Het zou wel eens kunnen zijn, dat de wenselijk heid om in de voor ons liggende periode, waarin zowel het maat schappelijk leven als het be drijfsleven een ontzaggelijke be hoefte aan nieuwe investeringen te zien zal geven, die zonder op nieuw in overbestedingsperike- len te vervallen slechts gezond kunnen worden gefinancierd uit de ter beschikking komende be sparingen, het levensverzeke ringswezen nieuwe impulsen zal ondergaan van maatregelen tot verruiming van de kapitaal markt. Ondermeer zou men daarbij kunnen denken aan de mogelijkheid dat het z.g. rente bestanddeel in kapitaalsverzeke ringen van inkomstenbelasting wordt vrijgesteld. In dit opzicht schijnt de kapitaalsverzekering, die gebaseerd is op een binding voor lange tijd van de premie bedragen, waarin de individuele besparingen haar uitdrukking vinden, politiek gunstiger te lig gen dan de spaarrekeningen bij spaar- en boerenleenbanken. Ui teraard is het zo, dat wij als le vensverzekeringsbedrijf, geens zins aan laatstgenoemde instel lingen zouden misgunnen, dat de bij haar onderhouden spaarreke ningen op gelijke wijze fiscaal zouden worden begunstigd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 13