Algemene Vergadering Centrale Boerenleenbank 8 MEI 1958 Toespraak door Mr Edm. Delhougne gericht tot de heer A. N. Fleskens Nu de uitslag der verkiezing heeft uitgewezen, dat Prof. Dr. Scheffer is benoemd tot lid van het Bestuur in plaats van de heer Fleskens, die niet meer herkiesbaar was, wil ik gaarne namens de Raad van Toezicht, het Bestuur, de Directie en, naar ik meen te mogen aannemen, namens U allen, een kort woord van afscheid richten tot de aftredende Voorzitter van het Bestuur. Dit woord, M.H., kan natuurlijk niet anders zijn dan een woord van dank en hulde voor het onnoemelijk vele, dat de heer Fleskens in de afge lopen 46 jaren voor de Centrale Bank te Eindhoven heeft gedaan. Toen de Algemene Vergadering van 10 juni 1912 u, mijnheer Fleskens, op 38-jarige leeftijd tot lid van de Raad van Toezicht be noemde, zal wel geen der toen aanwezigen hebben vermoed, welk een kostbare en duurzame band werd gesmeed tussen U en de Cen trale Bank, ofschoon men ook toen reeds wel zeer hoge verwach tingen had van het jonge Kamerlid, dat U was. Sedert de oprichting der Centrale Bank te Eindhoven waren toen slechts ruim dertien jaren verlopen, maar men kon terugzien op een voorspoedige groei. Immers, er waren reeds 346 aangesloten boerenleenbanken met een aantal leden van totaal 32000. Toch kan men anderzijds zeggen, dat de Bank toen nog in de kinderschoenen stond, want het balanstotaal bedroeg nauwelijks 7,5 miljoen. De omstandigheid, dat de Bank nog zo jong was, had het grote voordeel, dat U, mijnheer Fleskens, mocht samenwerken met de prominenten van het eerste uur, die de Bank in het leven hadden geroepen en die met grote zorg en onvolprezen toewijding er naar streefden om de jonge spruit te doen beantwoorden aan de ver wachtingen, die men daarvan koesterde, namelijk een betrouwbaar bankier te zijn voor de aangesloten boerenleenbanken en een effec tieve inspecterende instantie daarvan. Ik noem van die eerste medewerkers hier slechts de heer Vincent van den Heuvel, de latere Mgr. Th. van de Marck aan velen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 38