i7j8 deze gelden, voorzover zij bij de Centrale Bank in rekening-courant uitstaan, een extra marge van H°/o. Daarmede kon echter niet wor den volstaan. Mede gelet op het steeds groter wordende verschil tussen de rente op de geld- en kapitaalmarkt was het zaak om de verdeling van het rekening-couranttegoed der boerenleenbanken over het laag- en hoogrentende gedeelte zo goed mogelijk te doen aansluiten bij de verdeling tussen spaar- en lopende rekeninggeldcn hij de boerenleenbanken zelf. Ook dit is met ingang van i april j.1. geschied. Uiteraard bracht dit mede een zekere verschuiving tussen de boerenleenbanken wat betreft de gemiddelde rente-vergoeding over het rekening-couranttegoed bij de Centrale Bank. Deze ge middelde rente kwam daardoor n.1. hoger te liggen voor boeren leenbanken met relatief weinig lopende rekeninggeld en relatief weinig eigen uitzettingen, wier rekening-couranttegoed bij de Cen trale Bank een veel meer stabiel karakter vertoont dan dat van de boerenleenbanken met relatief d.w.z. in verhouding tot de andere boerenleenbanken, veel lopende-rekening-geld en ook relatief een hoog percentage eigen uitzettingen. Wat deze verhoudingen betreft, bestaan tussen de boerenleenban ken grote verschillen. Voor enige banken hebben wij b.v. kunnen vaststellen, dat het verschil der index-cijfers, aangevende het hoog ste en laagste creditsaldo in de loop van het jaar 1957 bij deze boe renleenbanken 122 tot 131 beloopt, bij een gemiddeld verschil voor alle boerenleenbanken van nog geen 12 punten. De minimum rente-vergoeding van 1 5/8°/o voor rekeningcou- ranttegoeden met dergelijke grote verschillen als uit deze cijfers blijken, is stellig niet onbevredigend. Zeker niet wanneer in aan merking wordt genomen, dat, wanneer bij deze boerenleenbanken depositotegoeden uitstaan, tot het bedrag daarvan al aanstonds een rente van 3 7/8% wordt genoten voor het gedeelte van het reke ning-couranttegoed bij de Centrale Bank, dat boven de norm ligt van de minimum rente-vergoeding. Nu is het natuurlijk altijd zo, dat men de Centrale Bank er op aankijkt, indien maatregelen worden getroffen als de onderwerpe- lijke, waardoor een beperkt aantal banken, die in de voorafgaande periode door een toevallige loop van zaken erg gunstig hebben ge zeten, als gevolg daarvan iets in hun winstpositie worden beknot ten gunste van andere banken, die daardoor van een beslist onbevre-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 32