1739 ook dit jaar weer een uitvoerig verslag over de gang van zaken het licht doen zien. De verzorging van het jaarverslag, voor wat be treft inhoud en opmaak, is ook dit jaar weer in bekwame handen geweest. Ik maak gaarne van deze gelegenheid gebruik om de sa menstellers van dit verslag waardering en dank te brengen. Het verslag geeft een voortreffelijk overzicht van de ontwikke ling van onze instelling in het afgelopen jaar. Belangrijke beschou wingen zijn opgenomen over de economische ontwikkeling, zo in ons land als daarbuiten, over de monetaire situatie, de ontwikkeling bij verschillende spaarinstellingen, de gang van zaken in land- en tuinbouw en de gang van zaken bij de Centrale Bank en de plaatse lijke boerenleenbanken. Het verslag is verlucht met duidelijke over zichten, statistieken en grafieken, waarin in een oogopslag de ont wikkeling van de aangesloten boerenleenbanken kan worden af gelezen. Het is voor mij niet doenlijk op alle aspecten van het uitgebrach te verslag in te gaan. Ik zal mij daarom beperken tot het aanstippen van enige punten, temeer omdat in de loop van deze Algemene Vergadering ook door de voorzitter van het Bestuur, de heer Fles- kens, en de algemeen directeur, Mr. van Campen, nog nader op enige belangrijke onderdelen zal worden ingegaan. De gang van zaken in land- en tuinbouw was in het verslagjaar zeer bewogen. Zeide de voorzitter van het Bestuur in de Algemene Vergadering van 7 mei 1957, dat het jaar 1956 voor de landbouw in letterlijke en figuurlijke zin een jaar was geweest om van te ril len, ook het jaar 1957 was moeilijk, deels door de slechte weersom standigheden, anderdeels door de prijzen van diverse agrarische pro ducten en de afzet-moeilijkheden, vooral voor zuivelproducten. De herziening van de verschillende uitgangspunten voor de kost prijsberekening leidde tot een niet onbelangrijke verhoging van ga rantieprijzen, hoewel er nog meerdere onbevredigende wensen zijn blijven bestaan. De economische positie van akkerbouw- en veehou derij-bedrijven is in 1957 aanmerkelijk achteruit gegaan. In tegen stelling tot de akkerbouw en veehouderij zijn de resultaten in de tuinbouw over 1957 zeker niet onbevredigend geweest. Een aan wijzing hiervoor is de toename van de export met 31 miljoen tot 718 miljoen. Het is te hopen, dat de uitvoering van de E.E.G.-ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 13