1737
gestemd te zijn, dat het Landbouwcredietwezen in deze periode een
grote opgang heeft mogen maken, waarvan de Centrale Bank en de
bij haar aangesloten Boerenleenbanken op uitzonderlijke wijze heb
ben mogen profiteren. Voor dit alles, wat hij in deze jaren heeft
mogen meemaken, dankte de heer Fleskens God, maar daarnaast het
onderling vertrouwen, dat wederkerig zo ruimschoots werd gege
ven en geschonken. Dit onderling vertrouwen, verklaarde de heer
Fleskens, heeft onze Bank groot en sterk gemaakt en geeft ons de
zekerheid, dat ook in de toekomst nog een grote opgang is wegge
legd. Voor dit onderling vertrouwen dankte de heer Fleskens spe
ciaal de Colleges van Beheer en de Directies, die hem gedurende al
die jaren terzijde hebben gestaan, maar ook het Personeel van de
Centrale Bank, van hoog tot laag, en de Beheerders en Kassiers van
de Boerenleenbanken, die in al die jaren zijn goede en vertrouwde
vrienden waren geworden. De heer Fleskens dankte vervolgens de
Heren Drs. Ie Maire en Popken, vertegenwoordigers respectievelijk
van de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en
van de Minister van Financiën.
Tot Prof. Minderhoud, die namens het Bestuur en de Directie
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht had ge
sproken, sprak de heer Fleskens de hoop uit, dat de goede verhou
dingen tussen Utrecht en Eindhoven ook in de toekomst bestendigd
zouden mogen blijven.
Tenslotte richtte de heer Fleskens zich tot de heer Conix de on
dervoorzitter van de Belgische Boerenbond, in wiens persoon hij
hartelijk dank zegde tot al zijn goede vrienden van de Belgische
Boerenbond en van het Landbouwcrediet in België.
Na de heer Fleskens richtte de scheidende heer Moors zich met
een kort woord van dank tot de voorzitter en tot de leden van de
Algemene Vergadering.
Onder dankzegging aan allen, die op de vergadering het woord
hadden gevoerd, en na de met applaus ontvangen mededeling, dat
de heer Fleskens stellig nog vele malen persoonlijk bij de plaatse
lijke Boerenleenbanken zal verschijnen, sloot de Voorzitter de ver
gadering met de Christelijke groet.