&nze COoorzitter gaat heen^, 38 Jaar lang was de heer A. N. Fleskens de Voorzitter van het Bestuur der Centrale Bank; nu geeft hij gevolg aan een re cente statutaire bepaling waar van hij zelf met overtuiging de totstandkoming hielp bevorde ren en gaat hij heen, omdat het getal zijner jaren niet de last daarvan! hem hiertoe noopt. Als „de Voorzitter" kennen hem de beheerders der boeren leenbanken, die hun moeilijkhe den aan het Bestuur der Cen trale Bank kwamen voorleggen; zo kennen hem de kassiers, die hun belangen kwamen bepleiten; „de Voorzitter" was hij voor de boerenleenbanken en haar leden, wier feestvergaderingen en ju bilea hij kwam meemaken en waaraan hij glans gaf door zijn enthousiast woord. „De Voor zitter" was de Heer Fleskens voor het personeel der Centrale Bank, waarvoor hij een vader lijke belangstelling aan de dag legde en die hun belangen bij hem rechtvaardig beoordeeld en gediend wisten. Belangrijker is het werk van de Heer Fleskens geweest daar waar het minder spectaculair naar buiten bleek, in zijn eigen lijke bestuursfunctie. Reeds in 1912 was hij lid van de Raad van Toezicht der Centrale Bank geworden; in 1915 werd hij lid van het Bestuur, waarin hij in 1920 de Fleer Vincent van den Fleuvel als voorzitter opvolgde. Van toen af aan zou hij prac- tisch geen vergadering over slaan, zou hij de besprekingen leiden en het zijne ertoe bijdra gen, dat uit vruchtbare gedach- tenwisselingen de juiste conclu sie naar voren kwam. De hoogste Koninklijke en Pauselijke onderscheidingen werden de heer Fleskens ver leend, maar wij zijn ervan over tuigd, dat hem daarnaast het meest lief is geweest de bronzen legpenning van de Centrale Bank, die hij zelf zo dikwijls heeft uitgereikt aan mannen, die 40 jaar lang zich voor de boe renleenbanken verdienstelijk hebben gemaakt en die aan hem in de Algemene Vergadering van 1952 werd overhandigd. Als iemand dit eerbetoon ver diende als bewijs van erkente lijkheid van onze organisatie, dan is het wel de Heer Fleskens geweest. Nog zes jaar heeft hij nadien zich als voorheen met alle ijver en zorg, met scherp zinnigheid en doorzicht, met Godsvertrouwen en optimisme aan onze organisatie mogen ge ven. Moge hij in goede gezond heid nog lang getuige zijn van de voortzetting van zijn werk!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 5