VAN KASSIER TOT KASSIER
1722
cAlóckeid
In de „Maandelijkse Medede
lingen" van maart 1950 ver
scheen onder het hoofd „Uit de
organisatie" met als ondertitel
„Van kassier tot kassier" een ar
tikel van mijn hand, waarin de
opening van een nieuwe rubriek
werd aangekondigd, uitsluitend
bestemd voor de kassiers, waar
bij zij in de gelegenheid werden
gesteld bijdragen te plaatsen om
op deze wijze kontakt met hun
kollega's te verkrijgen.
De reakties op dit artikel wa
ren gunstig en er kwamen in de
loop van een achttal jaren vele
brieven met nuttige wenken en
wensen, welke door mij van
kommentaar werden voorzien.
Bij het schrijven van de kom-
mentaren heb ik mij steeds laten
leiden door de gedachte de brie
ven zo objektief mogelijk te be
antwoorden. Ik hoop, in alle be
scheidenheid, dat dit mij gelukt
is en dat ik niemand heb ge
kwetst, indien zijn zienswijze
niet strookte met de mijne. Na
tuurlijk had ik rekening te hou
den met de opvattingen van de
Centrale Bank doch ik mag hier
aan onmiddellijk toevoegen, dat
het slechts zelden voorkwam,
dat de direktie mij tot overleg
uitnodigde, omdat zij van me
ning was, dat daardoor een juis
te meningsvorming zou kunnen
worden bevorderd.
De noodzaak om objektief te
zijn bracht vele kommentaren in
een stijl en strekking, die een
aantal kollega's deed veronder
stellen, dat een funktionaris van
de Centrale Bank aan het woord
was. Zij zullen na het lezen van
dit artikel hun mening herzien.
De anonimiteit, grotendeels be
waard gebleven, wordt nu opge
heven. Zij werd vaak als onjuist
gekwalificeerd, doch ik ben ook
thans nog van mening, dat zij
noodzakelijk was en vele voor
delen heeft gehad.
Aldus werd onze rubriek het
trefpunt van vele interessante
ontmoetingen, een podium
waarop vele sprekers het woord
voerden voor een onzichtbaar
doch aandachtig gehoor.
Door de grote expansie van
vele boerenleenbanken hebben
een aantal kassiers die hun funk-
tie niet als een volledige dagtaak
uitoefenden, moeten besluiten
dit alsnog te doen, dan wel heen
te gaan, omdat een kombinatie
niet langer mogelijk bleek. Dit
laatste is ook met mij het geval.
Gaarne wil ik getuigen, dat
het werk aan de boerenleenbank
zeer prettig en interessant is ge
weest en ik kan op mijn 28-jari-