i7°3
bij de coöperaties, maar ook bij
het gehele bedrijfsleven op de
duur de nodige correcties kun
nen aanbrengen in allerlei on
derdelen van de bedrijfspolitiek.
Laat men daarom ophouden,
indien men een dergelijke ont
wikkeling wil voorkomen, met
te schrijven en te spreken over
fiscale discriminaties ten gunste
van de coöperatie, waarbij men
in feite op het oog heeft het ge
bruik maken van een vrijheid in
de prijspolitiek, die gelukkig in
fiscaal opzicht een voorrecht is
van het gehele Nederlandse be
drijfsleven. Overigens dient
door iedere ondernemer en dus
ook door de coöperaties van
deze vrijheid een verstandig ge
bruik te worden gemaakt, en
wel zodanig dat gezorgd wordt
voor een voldoende reservering
d.i. voor de nodige zelffinancie
ring, ook wanneer daaraan het
bezwaar is verbonden, dat in
verband daarmede belasting
moet worden betaald. In dit op
zicht zijn er geen tegengestelde
belangen tussen landbouw en
middenstand; immers ook de
middenstand kan zijn inkoop
coöperaties niet missen en daar
stelt zich uiteraard dezelfde fis
cale problematiek als in de sec
tor van de landbouw-coöpera-
tie. Ook de middenstands-in
koopcoöperatie kan niet zonder
deze fiscale vrijheid van prijsbe
paling want anders kan zij de
taak, waarvoor zij werd in het
leven geroepen, de verzorging
van een zo voordelig mogelijke
inkoop voor de leden, niet ver
vullen.
In al deze fiscale zaken liggen
de belangen van alle betrokke
nen in het bedrijfsleven volko
men parallel. Op fiscaal gebied
behoeft er geen enkele tegen
stelling te zijn tussen de ver
schillende standsorganisaties.
Gezamenlijk zouden zij zich
kunnen inzetten voor een fis
caal program, dat in hoofdzaak
als volgt zou kunnen worden
samengesteld:
a. Een soepele fiscale winstbe
paling, waardoor ook in het
midden- en kleinbedrijf op
ruimer schaal zou kunnen
worden geprofiteerd van een
stelsel van voorraadwaarde-
ring, waarbij belasting van
schijnwinsten vermeden
wordt.
Ook t.a.v. vaste bedrijfsacti
va zou in de wettelijke rege
ling van het fiscaal winstbe
grip ruimte moeten worden
gelaten voor het creëren van
afschrijvingsfonJsen, waar
uit vervanging dezer activa
kan worden gefinancierd.
b. Verder zou een systeem van
belastingvrije reserves in
aanmerking komen, waaruit
de normale groei van het be-