1702
vrijheid latende en ontplooiings
mogelijkheid biedende aan het
bedrijfsleven. In de vennoot
schapsbelasting worden inge
houden winsten en over het aan
delenkapitaal uitgedeelde win
sten belast. Met betrekking tot
het afschrijvingsbeleid heeft de
fiscus normen gesteld; in de
overige bedrijfsuitgaven en in
de prijzenpolitiek worden on
dernemers en dat is een groot
goed fiscaal vrijgelaten. Nu
gaan er stemmen op die hieraan
wat betreft de prijspolitiek ten
aanzien van de coöperaties een
eind willen maken. De fiscus
zou t.a.v. de coöperaties op
eigen gezag moeten kunnen be
palen wat de fiscaal toelaatbare
inkoopprijs van grondstoffen
(denk aan melk en suikerbieten)
of de fiscaal toelaatbare ver
koopprijs bij verkoopcoöperaties
zou zijn.
Want aldus redeneert men,
nabetalingen op de inkoopprijs
of reducties op de verkoopprijs,
achteraf aan de leden van de
coöperaties uitbetaald, zouden
een verkapte niet belaste winst
uitdeling vormen, die eigenlijk
op dezelfde manier zou moeten
worden belast als de winstuitde
lingen op aandelen.
Niet alleen verwart men in
deze redenering prijspolitiek
met de beloning van aandelen
kapitaal, dat nu eenmaal bij coö
peraties krachtens de gevoerde
kapitaalsstructuur geen of
slechts een ondergeschikte rol
speelt, maar bovendien wordt
ter gelijktrekking van wat nu
eenmaal niet kan en mag wor
den gelijkgesteld: prijscorrecties
en winstuitdelingen op kapitaal
deelnemingen, een fiscaal paard
van Troye binnengehaald. Dit
is n.1. het geval, indien ten aan
zien van de coöperaties wordt
gepleit voor een fiscaal geobjec
tiveerde prijspolitiek, terwijl
men overigens uiteraard van een
dergelijke objectivering in het
belastingrecht, denk maar eens
aan het afschrijvingssysteem op
basis van historische kostprijs,
niets moet hebben. Laten we nu
toch goed beseffen dat, nu we
de A van de geobjectiveerde af
schrijvingen reeds hebben moe
ten aanvaarden, men erop kan
rekenen, dat de weinig ontzien
de fiscus, die bovendien in grote
geldnood zit, gaarne op deze
suggesties ingaat. Maar dan niet
alleen ten nadele van de coöpe
raties maar op den duur ten na
dele van het gehele bedrijfsle
ven. En op de B van de geob
jectiveerde normen van de prijs
politiek kan dan gemakkelijk het
gehele alphabet van geobjecti
veerde normen volgen zoals wat
betreft geobjectiveerde salaris
sen en tantièmes tot aan geobjec
tiveerde onkosten toe. M.a.w.
de fiscus zou dan ter bepaling
van de fiscale winst niet alleen