ióp9 bedrijfsdemocratie eerder in de P.B.Ó. en in de ondernemersra den dan in het aandeelhouder schap van de werknemer zelf of van diens vertegenwoordigers in de vakbondbesturen moet wor den gezocht, zullen de techni sche bezwaren tegen arbeiders- beleggingsdepóts van de vak bonden zelf wel overwegend blijken. Reeds werd er op ge wezen, dat besparingen van werknemers of van kleine be leggers als regel mobiliseerbaar dienen te zijn. Binnen het kader van de spaarbankinstellingen, die eventueel in beperkte mate ook voor eigen rekening tot be legging in aandelen zouden kun nen overgaan, is voor die mobi liseerbaarheid wellicht een op lossing te vinden. Binnen het ka der van beleggingsdepöts van de vakbonden zelf zal dit veel moeilijker vallen, indien men al thans het lopen van eigen risico daarbij zou willen uitsluiten. Er zit aan dit vraagstuk ech ter nog een heel andere kant. Een gedeeltelijke vervanging van de zelffinanciering door aantrekking van aandelenkapi taal stuit af op wat door Prof Kuin niet ten onrechte genoemd is „de sterke fiscale discrimina tie tegen de aandeelhouders, doordat de bedrijfsresultaten eerst door de vennootschapsbe lasting worden getroffen, en dan bij uitkering nog eens door de inkomstenbelasting, die de aandeelhouder betaalt." Het aandeel als financierings instrument is niet erg aantrekke lijk. Het verschaft voor de fi nanciering van de onderneming wat men noemt „duur geld", al thans voor een onderneming, die een enigszins redelijk rende ment wil bieden. Wat heeft dit alles nu te maken zult U vragen met de bezitsvorming c.q. de zelf-financiering in de onderne ming en met name in het mid den- en kleinbedrijf. In tweëer- lei opzicht is deze financierings kwestie uit een oogpunt van be zitsvorming in midden- en klein bedrijf naar mij voorkomt be langrijk. De zaak is n.1. deze, dat in de kwestie zelffinanciering of aandelen-financiering voor de onderneming, die in de rechts vorm van de N.V. wordt gedre ven, de z.g. investeringsaftrek een grote rol speelt. Ongetwij feld heeft deze fiscale figuur, die een belastingvermindering bete kent in de inkomsten- en ven nootschapsbelasting, terzake van aanschaffing van bedrijfsmidde len een belangrijke stimulans op geleverd tot de aanzienlijke mate van zelffinanciering, die reeds werd geconstateerd. Voor de ontwikkeling van ons bedrijfsleven en met name voor de industrialisatie en voor onze structuurpolitiek met het oog op de bevordering van de werk-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 25