1698
mes te gaan hanteren, om zulks
te moeten doen, indien niet te
gelijkertijd het nodige zou zijn
gedaan om door passende maat
regelen de bezitsvorming d.vv.z.
een verruiming van de kapitaal
marktmiddelen te verkrijgen.
Mochten toch, zo zeide ik van
morgen bij de behandeling van
het Hoofdstuk Financiën van de
Rijksuitgaven, de tegenstellin
gen over de bezitsvorming, die
blijkbaar nog altijd bestaan,
plaats maken voor overeenstem
ming over maatregelen ter be
vordering van een ruimere ka
pitaalmarkt.
Het belangrijkste punt bij de
overweging van de fiscale poli
tiek ten aanzien van het mid
den- en kleinbedrijf betreft de
zelf-financiering.
Hierbij is de vraag aan de or
de, welk standpunt door de fis
cale overheid wordt ingenomen
met betrekking tot de zelf-fi
nanciering, waarin de bezitsvor
ming in het bedrijfsleven tot uit
drukking komt.
Het is een bekend feit, dat in
de laatste jaren het grootste deel
van de uitbreiding onzer bedrij
ven door ingehouden winsten is
gefinancierd. Blijkens de statis
tiek van de investeringen in vas
te activa is over de periode 1950
t/m 1956 voor alle bedrijfsklas-
sen tezamen de vervanging en
uitbreiding van vaste activa voor
gemiddeld 70% door interne fi
nanciering mogelijk geworden.
Dit percentage is nog gedrukt,
doordat in deze bedrijfsklassen
ook de openbare nutsbedrijven
zijn begrepen. Schakelt men die
uit dan bedraagt het gemiddelde
percentage van de zelf-financie-
ring wel 79%).
Er gaan thans stemmen op,
waarin bezwaren doorklinken
tegen dit hoge percentage zelf
financiering. Er zijn maatschap
pelijke of sociale bezwaren. De
ze zijn onder meer door Staats
secretaris Schmelzer vertolkt.
Deze stelt: „Laat de werknemers
een aandeel krijgen in dit door
zelf-financiering steeds stijgend
bezit van de houders der be
staande aandelen".
In dit verband is het voorstel
gedaan tot het vormen van ar-
beidersbeleggingsdepöts door de
vakbonden. Of in deze richting
de oplossing moet worden ge
zocht waag ik te betwijfelen.
Nog daargelaten de bezwaren,
die Prof Kuin daartegen heeft
ontwikkeld in zijn brochure, ge
titeld „De Nieuwe Belegger",
hierop neerkomende, dat de
werknemer als aandeelhouder
een verkeerde vorm van he-
drijfsdemocratie zou opleveren
en dat de bevordering van de
Vergelijk Prof. Kuin in ,,De
Nieuwe Belegger".