1691 vooreerst noemen de organisa tie. Het is voor het midden- en kleinbedrijf noodzakelijk een sterke organisatie op te bouwen, omdat men alleen in georgani seerd verband de inlichting en voorlichting kan effectueren die het grootbedrijf zichzelf kan verschaffen. Ik zie hier voorna melijk op voorlichting omtrent de mogelijkheden van aankoop, omtrent de normale hoogte van de kosten, omtrent te verwach ten seizoenverloop in afzetten, alsmede en dit is zeer leer zaam omtrent de verkrijging van gegevens tot vergelijking van het bedrijfsgebeuren met soortgelijke bedrijven. Dit alles is alleen te bereiken met een hechte organisatie, waarin een onderling vertrouwen heerst. En U kunt van mij niet anders verwachten dan dat ik U wijs op de voordelen, welke door sa menwerking verkregen kunnen worden. In de concurrentiestrijd met het grootbedrijf zal de strijd zich afspelen op die ge bieden, waar het grootbedrijf iets kan bereiken, waartoe de enkeling niet in staat is zoals marktanalyse, bedrijfsvergelij- king, alle soorten voorlichting enz. Maar als de enkelingen zich verenigen en samenwerken als een homogene groep dan zullen ze deze eisen ook kunnen ver wezenlijken. In dit verband dien ik U ook te wijzen op de moge lijkheden van inkoopcombina ties en verkoopbelangengemeen schappen. Maar ik wil niet na laten ook erop te wijzen, dat deze samenwerking niet alleen gericht moet zijn op directe zichtbare besparing maar even zeer en zeker niet minder op het verkrijgen van voorlichting om trent de eisen van het bedrijf, want dat zal niet nalaten zich te uiten in een meer efficiente be drijfsvoering. Wanneer ik nu spreek over voorlichting dan kom ik vanzelf op de keuze van de adviseurs. Ik doel hier in het bijzonder op de accountants en de belastingcon sulenten. Deze beide adviseurs kunnen voor het bedrijf van grote waarde zijn mits ze be schikken over de kennis van het bedrijfsgebeuren en zorgvuldig hun taak uitoefenen. Ook op dit gebied kan voorlichting van de zijde van de organisatie van veel waarde zijn. Tracht U adviseurs aan te trekken, die inderdaad voor U van waarde zijn en niet mensen die quasi wetenschappelijk op treden en eigenlijk uitsluitend optelmachines of invulmachines zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 17