16 2 3 blijven) moet omtrent deze voorstellen beslissingen nemen en voor een reeks van jaren is een beslissing slechts mogelijk, wanneer deze Raad van Minis ters hiertoe met eenstemmigheid besluit. Daarom kunnen wij vooralsnog niet optimistisch zijn, dat spoedig de grondslagen van het gemeenschappelijk land bouwbeleid zullen worden vast gesteld. Men moet het in deze Raad n.1. eens worden over het geza menlijk beleid voor alle belang rijke agrarische producten met de daaruit voortvloeiende vrije onderlinge handel. Uit ervaring is bekend hoe moeilijk het is om in eigen land een bevredigend landbouwbeleid op te bouwen en uit te voeren. De ervaring in Benelux-verband is ook allesbe halve gunstig. Za! het, nu het hier gaat over zes landen, nog niet veel moeilijker zijn het eens te worden over een gezamenlijk agrarisch beleid? Het is zeker goed denkbaar, dat een land of enkele landen willen vasthouden aan eigen markt- en prijsregelingen en derhalve aan een zekere beheer sing en beperking van de invoer uit de 5 andere landen. Dit wordt in de hand gewerkt door de in het verdrag opgeno men bepalingen omtrent mini mum-prijzen. Het zal duidelijk zijn, dat de ze bepaling gevaarlijke conse quenties kan hebben: -- moeilijkheden voor onze agrarische export; stimulering (bij ruime toe passing van deze bevoegd heid) van de productie in het importland; wanneer de invoer vaak wordt beperkt of stopgezet, zullen de markten van im- en exportland telkens wor den gescheiden en dan zullen de belangen met betrekking tot de ontwikkeling van het prijspeil t.a.v. het betreffen de product niet parallel lo pen; in zo'n situatie wordt het steeds moeilijker het eens te worden over een gezamen lijk beleid en een vrijere en uiteindelijk volkomen vrije onderlinge handel tussen de euromarkt-landen. Op korte termijn zijn daarom de verwachtingen niet hoog ge spannen wat betreft de moge lijkheden van uitwerking van het Euromarktverdrag op agra risch terrein. Het Verdrag biedt een mooi perspectief voor onze land- en tuinbouw op langer zicht, maar houdt voor de eerst komende jaren naast een aantal lasten veel onzekerheden en ook gevaren in.*) In gelijke zin: Drs. F. Kriellaars (zie hiervoor).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1958 | | pagina 21