IÓ20
Anders dan het prijsbeleid is
het structuurbeleid niet meer
gedetailleerd geregeld in het
Verdrag. Dit is niet onredelijk,
omdat immers de gemeenschap
pelijke markt in een periode van
12 tot 15 jaar tot stand moet
komen. liet Verdrag tracht de
problemen, die van onmiddel
lijk belang zijn voor het goed
functioneren van de markt op
te lossen, terwijl de organen der
gemeenschap de taak hebben
om met name de ontwikkeling
van het structuurbeleid ter hand
te nemen.
Bij de tenuitvoerlegging van
het structuurbeleid, dat gericht
moet zijn op productiviteitsver
hoging in de landbouw door de
technische vooruitgang te be
vorderen en door zowel de ra
tionele ontwikkeling van de
landbouwproducten als een op
timaal gebruik van de produc
tie-factoren met name van de
arbeidskrachten te verzekeren
zal ongetwijfeld de mede in het
Verdrag voorziene Investerings
bank voor de financiering van
daarop gerichte projecten een
belangrijke rol kunnen spelen.
Door de Investeringsbank zou
kunnen worden voorzien in de
directe financiering van projec
ten, die een verbetering van de
externe productie-omstandighe
den (cultuurtechnische werken)
beogen. Zo nodig zou de finan
ciering van projecten, die ge
richt zijn op de verbetering van
de interne productie-omstandig
heden (op en in het individuele
landbouwbedrijf) door de Inves
teringsbank kunnen worden ver
gemakkelijkt. De directe finan
ciering daarvan zou evenwel
aan de organen van het natio
nale landbouwcrediet dienen te
worden overgelaten.
Voor- en nadelen van de ge
meenschappelijke markt voor
land- en tuinbouw.
Na de invoering van de ge
meenschappelijke markt zal er
een verenigd Europa zijn. Reeds
deze vereniging op zich zelf is
een groot goed. Daarnaast bete
kent het vormen door de zes
landen van een grote markt, die
165 millioen consumenten om
vat, ongetwijfeld een grote prik
kel tot economische vooruit
gang. Ook zal een betere ar
beidsverdeling daarvan het ge
volg kunnen zijn. Nieuwe ver
bruikersgewoonten zullen ont
staan, waardoor de vraag ook
naar producten van land- en
tuinbouw groter zal worden.
Zoals andere bedrijfstakken zul
len ook land- en tuinbouw daar
van profiteren. Met name zullen
land- en tuinbouw voordeel ge
nieten van een toenemend ge
bruik van dure producten, die
rijk zijn aan hoogwaardige voe-
dingscaloriën. Reeds kan in de
laatste jaren een toenemend ver-