1619
maken, zodat zij slechts gedu
rende de overgangsperiode zul
len kunnen blijven bestaan.
De Nederlandse landbouw-
veredelingsindustrie is in grote
mate afhankelijk van de import
van goedkope grondstoffen uit
niet-Europese landen. Een even
tuele hogere prijs van deze
grondstoffen bij import uit
Frankrijk zou de Nederlandse
exportpositie in landen buiten
de Zes nadelig kunnen beinvloe-
den. Aan dit typisch Nederland
se bezwaar is tegemoet gekomen
door de bepaling, dat de import
van grondstoffen voor de ver
edelingsindustrie uit derde lan
den mag blijven plaatsvinden,
tenzij de Gemeenschap besluit
het prijsverschil tussen wereld
marktprijs en contractprijs te
restitueren. Ook in artikel 43 is
een waarborg opgenomen van
de Nederlandse import van
goedkope grondstoffen ter ver
werking in producten voor de
export naar derde landen. Hier
door kunnen deze grondstoffen
ook nadat een gemeenschappe
lijke ordening tot stand is geko
men op de wereldmarkt worden
betrokken zolang nog geen ge
meenschappelijke marktregeling
bestaat voor de eindproducten.
6. Compenserende heffingen.
Artikel 46 machtigt de deel
nemende landen een compense
rende heffing te leggen op im
porten uit die landen van de
Gemeenschap, welke door mid
del van nationale maatregelen
de prijs beinvloeden. Deze mach
tiging geldt niet, wanneer de
exporterende staat een compen
serende heffing op de uitvoer
toepast. De hoogte van deze hef
fingen wordt door de Fxonomi-
sche Commissie bepaald.
7. Gemeenschappelijke voorzie
ningen.
In de hiervoor besproken be
palingen ging het vooral om de
prijspolitiek van de Gemeen
schap met betrekking tot de
landbouw. De structuurpolitiek
komt vooral om de hoek kijken
in artikel 41. Aldaar is bepaald,
dat binnen het kader van het ge
meenschappelijk beleid met na
me voorzieningen kunnen wor
den getroffen met betrekking
tot:
a. een doeltreffende coördina
tie van hetgeen ondernomen
wordt op het gebied van de
beroepsopleiding, het land
bouwkundig onderzoek en
de landbouwkundige voor
lichting, welke coördinatie
gemeenschappelijk gefinan
cierde projecten of instellin
gen kan medebrengen,
b. gemeenschappelijke acties
voor de ontwikkeling van
het verbruik van bepaalde
producten.