I 61 2
dus ook van toepassing op pro
ducten van land- en tuinbouw.
Deze algemene, ook voor de
landbouw geldende grondregels,
kunnen aldus worden samen
gevat:
In een periode van 12 tot 15
jaren moeten de verschillende
handelsbelemmeringen, zoals
invoerrechten, contingentering
en exportsubsidies, die een vrij
goederenverkeer tussen de zes
landen in de weg staan, worden
opgeruimd, ook in land- en tuin
bouw.
De gemeenschappelijke markt
van de zes landen zal een ge
meenschappelijk buitentarief
kennen ten opzichte van derde
landen: ook derhalve voor pro
ducten van land- en tuinbouw.
Behalve het vrije verkeer van
producten zal ook voor land- en
tuinbouw gelden het vrije ver
keer van kapitaal, diensten en
personen. Een boer en tuinder
en de landarbeider uit Neder
land kunnen zich straks vrij als
zodanig ook in België, Luxem
burg, Frankrijk, Italië of Duits
land vestigen en aldaar werken.
De instellingen of organen
van de gemeenschappelijke
markt bezitten niet het supra
nationale karakter van de Kolen-
en Staal-Gemeenschap. Wel
kennen deze instellingen krach
tens de bevoegdheid van de z.g.
Raad van Ministers en van de
Europese Commissie toch een
gemeenschappelijke besluitvor
ming onder toezicht van een
Europees Parlement. Deze in
stellingen zijn dezelfde voor
land- en tuinbouw en voor han
del en industrie; zulks betreft
ook het raadgevend z.g. Econo
misch en Sociaal Comité. Door
deze eigen organen, wier taak is
tot een eigen wetgeving te ko
men voor de gemeenschappelij
ke markt, is de Euromarkt juri
disch en constitutioneel beter
uitgerust dan de Benelux, die
zodanige organen mist. In de
Benelux-verhouding blijft de
souvereiniteit van de beide sa
menwerkende staten intact; in
die souvereiniteit vinden de eco
nomische mogelijkheden van de
Benelux hun begrenzing.
De bijzondere bepalingen voor
de landbouw.
In het voorgaande zagen wij,
dat de Euromarkt geen afzon
derlijke organen kent voor land
en tuinbouw. Echter wel bijzon
dere bepalingen. Daarin is voor
zien teneinde rekening te hou
den met de bijzondere, van han
del, verkeer en industrie afwij
kende positie van de landbouw.
Hierbij dient men te denken
aan de klimatologische gebon
denheid van de landbouw: de