'53°
gemeentelijke sector zou dienen
te worden afgesloten na de op
de Nationale Woningbouwle
ning volgende uitgifte van ren-
tc-spaarbrieven. Men zou zich
nog kunnen voorstellen een
korte overgangsperiode daarna,
waarin voor een zo kort moge
lijke duur het gecentraliseerd fi-
nancieringsbeheer bij de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten
gecontinueerd zou worden en
waarin geleidelijk de terugkeer
van de lagere publiekrechtelijke
lichamen op de kapitaalmarkt
zou kunnen worden voorbereid.
Zulks zou kunnen geschieden
door een herziening van de ren
tegamma-regeling op de wijze,
zoals hiervoor aangeduid, waar
van de werking vooralsnog zich
zou kunnen beperken tot kapi
taalmarkttransacties op termijn.
De overgang naar een gewij
zigd rentegamma-beleid zou
kunnen samengaan met in geza
menlijk overleg tussen de Mi
nister en beleggingsinstellingen
tot stand gekomen afspraken
over reservering in komende ja
ren van voor belegging in aan
merking komende middelen
voor leningen aan de overheid,
en wel zodanig, dat daarbij een
maximum aan vrijheid voor be
steding in de overheidssfeer zou
worden gelaten: derhalve in
rechtstreeks contact tussen geld
gevers en geldnemers.
Kapitaahnarktproblevten.
Uit de stukken is tot nu toe
niet gebleken, hoe naar de me
ning van de Regering de kort
lopende schuld van de gemeen
ten, die thans reeds 1,7 mil-
liard bedraagt en nog tot 2
milliard zou kunnen oplopen,
tot meer dragelijke proporties
kan worden teruggebracht.
Slechts kan men gissen, dat, in
dien het inderdaad in de bedoe
ling zou liggen in de gemeente
lijke investeringsactiviteit be
houdens de volkswoningbouw,
een vacuum te scheppen na vol
tooiing van onderhanden wer
ken, zodanig, dat de in 1958 ter
beschikking komende kapitaal
marktmiddelen zouden kunnen
worden gebruikt voor de conso
lidatie van die kortlopende
schuld, wellicht een financieel
kunststuk zou kunnen worden
tot stand gebracht, evenwel met
grote schade voor de gemeen
schap.
In dit verband is ook nog van
belang de door de Minister van
Financiën gemaakte indeling
tussen degenen, die voorkeur
hebben voor een hoge rente en
hen, die voor een lage rente
pleiten (zie Handelingen Twee
de Kamer pagina 384 rechter
kolom). De eersten zouden niet
in de bres mogen springen voor
een doorberekening van de Na
tionale Woningbouwlening aan