1553 waar men moet beginnen (in geen geval in de nabijheid van Satellietsteden!) dan zal men hebben te beslissen wat men nu precies moet gaan doen. Dit kan men eigenlijk nooit met vol doende zekerheid zeggen. In een weidestreek b.v. staat men voor de vraag of er over 30 of 40 ja ren nog wel een markt zal zijn voor boter en kaas. Men zit te worstelen met de onzekerheid van de toekomst. Andere vra gen, die een rol spelen, zijn o.a. wat voor gevolgen zal de Euro- markt hebben en hoe zal het subsidiebeleid (de consument betaalt momenteel de kostprijs van de producten niet) zich ont wikkelen. Een vraag waarmede men al aanstonds te maken heeft, is 'de verhouding in de streek tussen mensen en produc tiemiddelen. Wij zien thans nog meer mensen dan bedrijven, doch hoe zal het zijn wanneer het aantal mensen in de agrari sche sector gaat teruglopen. De cultuurtechniek op grote schaal is voorts niet alleen een kwestie van agrarisch land en agrarische gebouwen; zij brengt problemen mede, die de gehele structuur van de streek betreffen te we ten: de omvang van de dorps kernen, de organisatie van het sociale leven, de middenstand, kerk en school, ontwikkeling, ontspanning, de mogelijkheid van het aantrekken van landar beiders enz. Veel overleg is der halve noodzakelijk, ook met an dere groeperingen. Conflicten tussen gemeenten over de vraag waar dit en waar dat moet ko men, moeten worden vermeden, omdat daardoor de agrarische problemen op de achtergrond kunnen raken. Weet men waar, wanneer en hoe men moet beginnen, dan moet de technische uitvoering worden geperfectioneerd. En dan resteert nog het zo branden de probleem van de financiering. Met een intensieve ruilverkave ling zijn zeer grote bedragen ge moeid. Doch ook een oppervlak kige ruilverkaveling kost geld en de praktijk heeft uitgewezen, dat een oppervlakkige ruilver kaveling, gezien de kosten, meestal weinig voordeel ople vert. Louter administratieve ruilverkavelingen, welke in vele gevallen nuttig zouden zijn, sla gen echter meestal niet; de boe ren blijken veelal niet bereid een bescheiden opzet te aanvaarden; zij zijn bang daardoor rechten op een meer intensieve ruilver kaveling in de toekomst prijs te geven. Wat is nu onze nationale politiek? Wordt slechts gedacht aan industrie, handel, havens en snelle wegen of wordt er ook nog vertrouwen gesteld in de landbouw als factor in ons eco nomisch bestel en zo ja, hoeveel heeft de Overheid er dan voor over? Ir. Wansink stelde ver volgens, dat bij financiering van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 29